Er komt een moment dat losse stapels boeken en papieren in de werkkamer niet meer gezellig bohémiennerig zijn, maar gewoonweg hinderlijk. Dat is het moment voor de aanschaf van een nieuwe boekenkast. Zo gezegd, zo gedaan. Wat ruimt dat lekker op! Zelfs zo lekker, dat ik allerlei fijne nieuwe kookboeken vervolgens helemaal vergat, want tja, ze waren zo mooi opgeborgen. Zoals die leuke lees/kookboekenserie van uitgeverij Sirene. Oeps, helemaal vergeten. Snel alsnog begonnen in Tarte Tatin van Susan Herrmann Loomis, om dat vervolgens in één ruk uit te lezen.De serie heet ‘Lezen & Eten’ en bevat ‘culinaire memoires’ van allerhande gastronomische dames. Leesverhalen dus, maar ook met recepten. Het zijn kekke compacte boekjes van klein formaat, maar toch prettig dik. Ligt ideaal in de hand op de bank met een pot thee, maar ook zeer geschikt ter urenlange verwijling in een cafeetje.
Lokale producten
Maar goed, Tarte Tatin dus. Ik had eerlijkgezegd geen idee wie de auteur is, maar al lezende begreep ik gaandeweg dat het een Amerikaanse kok is die al jaren en jaren met man en kinderen in Frankrijk woont, en nee, nu niet eens in die eeuwige Provence. ‘La belle vie in Normandië’, luidt de ondertitel en dat is niets te veel gezegd. Het boek is één groot pleidooi voor verse, lokale boerenproducten. Susan neemt ons mee naar de markt en beschrijft alle boeren annex marktkooplui met hun specialiteiten en vertelt vervolgens wat ze daar allemaal mee doet. Met die ingrediënten dan. Kokkels met saffraan, kip met zuring, witlof met citroen-knoflookdressing, het water loopt je in de mond. Gelukkig is het geen integraal jubelverhaal dat dit soort expat-lectuur vaak zo knarsetandend onverteerbaar maakt, ook de oplichters met hun chloorbrood komen aan de orde.
Geblakerde taart
En ja, als je superverse mooie ingrediënten hebt, hoef je er soms niets anders mee te doen dan een drupje olie en een snufje zout. Aan het eind van elk hoofdstuk staan steeds wat eenvoudige recepten. Normandië staat bekend om z’n room en boter, maar Susan is (net als ik) van mening dat je met lekker eten gewoon slank kunt blijven, zonder moeilijke dieetfratsen. Helemaal aan het eind van het boek volgt dan eindelijk het recept van tarte Tatin zelf met op de achterflap een foto van een overigens nogal geblakerd exemplaar.
Rare Fransen
De ‘wat-zijn-die-Fransen-soms-raar’-beschrijvingen zijn meestal vermakelijk, hoewel ze op mij soms juist ook weer erg ‘wat-zijn-die-Amerikanen-zèlf-raar’ overkwamen. Kritiek op Franse omgangsvormen, het schoolsysteem, het rijbewijssysteem, de hypermarché (‘Niemand helpt je met inpakken!’), ja zelfs de supermarktkarretjes moeten het ontgelden. Je vraagt je soms af waarom ze in hemelsnaam het Amerikaanse paradijs verlaten hebben. Zo voelt ook het laatste hoofdstuk over de nasleep van 9 september een tikkeltje misplaatst.
Waar doen ze het van?
Als het boek begint vallen we midden in een forse verbouwing. Susan wil een kookschool aan huis, en dat vraagt om een aangepaste keuken. Echtgenoot Michael gaat twee (!) jaar aan de slag en vervolgens heeft Susan nog een half jaar nodig om aan de nieuwe keuken te wennen en de cursussen voor te bereiden. Ben ik nou heel Hollands, maar de vraag bekruipt mij, eh, waar leven die mensen dan van? Daar gaat het boek dan weer niet over. Ze geven af en toe huiskamerrestaurantige lunches voor kleine groepjes, maar dat noemt Susan zelf al, met gevoel voor understatement, ‘geen goudmijn.’ Kennelijk is ze ook auteur, want er wordt soms melding gemaakt van een deadline. Later ontdek ik dat dit al haar derde boek is over haar Franse onderneming aan de Rue Tatin in Louviers. De echtgenoot dan? Die heeft kennelijk een atelier, maar is immer aan het klussen, broodbakken danwel wijn bijschenken. Pas op pagina 265 blijkt hij eigenlijk beeldhouwer. Intussen heb ik natuurlijk even op de website gekeken: een weekje kookworkshop bij On Rue Tatin doet 2000 euro per persoon, ex reis- en verblijfkosten. Laat die familie Loomis maar schuiven.
Susan Herrmann Loomis, Tarte Tatin, uitgeverij Sirene, € 17,95