Geen horchata zonder farton, zoals ik gisteren al zei. Een soort lange vinger in de vorm van een briochebroodje, met een laagje suikerglazuur erop, bedoeld om te dippen. De Spanjaarden zijn sowieso van het dippen, denk maar aan chocolate con churros. Dit is de zomerse, koude, variant die overal in Valencia genuttigd wordt. Een farton dip je in de horchata. Omdat die traditioneel in een lang, hoog glas geserveerd wordt, moest er ook iets langwerpigs zijn om mee te dippen. En dan liefst iets dat het drankje wel opslurpt, maar dus niet meteen als een brij uit elkaar valt. Zo vond José (‘Pepe’) Pollo naar eigen zeggen op 14-jarige leeftijd de farton uit, in 1964, al vergat zijn familie helaas om de fantasienaam ‘farton’ te registreren. Desalniettemin is Fartons Pollo intussen een beroemde firma, althans in Valencia. Ze exporteren een beetje naar Barcelona en Madrid, maar verder niet. En al helemaal niet naar het buitenland. Pepe zelf leidde me rond in zijn bakkerijfabriek net buiten Valencia. Glunderend laat hij zijn vondsten zien, zoals de soort verfrollers waarmee het suikerglazuur op het eind over de broodjes gekwast wordt. Er is ook een workshopzaal waar hij broodbakworkshops geeft aan schoolkinderen, iets waar hij zelf zichtbaar groot genoegen in schept.
Bloem, suiker, eieren, water en een snufje azijn, meer gaat er niet in een farton. In de hal staat de oude machine die hij ooit zelf ontwierp, met dikke richels waar het deeg in werd gebakken. Zo gaat het tegenwoordig nog steeds, maar dan in iets grotere hoeveelheden. Elke nacht weer worden ze gebakken, want een lekkere farton is een verse farton, ook al worden ze dan verpakt in zakjes. Ik krijg twee zakjes mee naar huis, waar ze trouwens ook heerlijk blijken om te dippen in een kopje thee. Ben ik toch weer eventjes terug in Valencia.
Dit is deel vijf in de serie Lekkers uit Valencia. Terug naar aflevering 1 (Mercado Central), 2 (Bodega Montaña), 3 (paella) en 4 (horchata). Morgen weer een nieuwe aflevering.