Verrukkelijke overjarige schapenkaas die onmiskenbaar geurt en smaakt naar schaap. Véél schaap. Die kocht ik laatst bij kaasboerderij Wezenspeyk op Texel, waar ik het gisteren over had. Best heftig spul, beslist niet geschikt voor de ochtendboterham, maar ach, wat een onnoemelijk genot om later op de dag kleine brokkelstukjes op te peuzelen en langzaam in je mond te laten smelten, bij een kopje thee (thee en kaas is heel hip hè, wist je dat al?) of glaasje wijn. Maar een van mijn favoriete supersnelle voorgerechten bleek er ook heel erg van op te knappen. Dat is carpaccio van courgette. Ja, ik weet het, dat hoor je niet te zeggen want carpaccio is voorbehouden aan dat beroemde vleesgerecht, maar toch, het maakt wel in één klap duidelijk wat de bedoeling is.
Neem vooral zo klein mogelijke courgettes, die zijn veel lekkerder dan die grote waterige, zaderige gevallen. Of gele, die zijn zo mogelijk nog lekkerder, en ook wat zachter en zoeter. En als je het helemaal feestelijk wilt doen, dan doe je allebei. Met 2 courgettes kom je al een heel eind. Gewoon schaven met de kaasschaaf, maar pas op dat je wel mooie hele plakjes krijgt, geen dunne, half kapotte fluf. Tip: De kaasschaaf iets verbuigen zodat hij net wat dikkere plakjes snijdt.
De hele boel elegant op een grote schaal (of losse borden) deponeren en dan zwierig wat van je allerbeste olijfolie erover sprenkelen en wat verse (!) citroensap erboven uitknijpen. Dit kan gerust al (een kwartiertje, halfuurtje) van tevoren, want dan wordt de courgette alleen maar zachter en smakelijker van. Vervolgens dus wat van die heerlijke brokkelkaas erover verspreiden. Dat kan in brokjes of, om in stijl te blijven, door met diezelfde kaasschaaf zo goed en zo kwaad als het gaat wat flinterige stukjes vanaf te schaven. Nog wat knisperzout (niet te veel, de kaas is al zout) en zwarte peper uit de molen erover en klaar is Kees. Of nu ja, als je wilt nog wat peterselie erover voor de gezelligheid, maar als je dat niet voorhanden hebt, is het ook goed.