De pakjes en zakjes blijven even in de kast; ik doe in de krant een maandje schelpdieren. Het najaar is immers hét verkneukelseizoen voor schelpenliefhebbers, en daar reken ik mezelf zeker toe. Maar hallo jongens, ik ben toch niet de enige? Je zou bijna denken van wel. Neem nou mosselen. We eten in Nederland 2,5 miljoen kilo Zeeuwse mosselen per jaar. Klinkt als een enorme berg, maar op een bevolking van 17 miljoen is het natuurlijk een lachertje. Navraag bij het Nederlands Mosselbureau – ja, dat hebben we dan weer wél – leert dat 65% van de mosselproductie in Yerseke linea recta naar België gaat. Daarna staan trouwens de Fransen en de Duitsers in de rij, en dan pas komen we zelf. Tweederde van onze landgenoten verhapstukt wel eens een maaltje mosselen, maar dat kan niet in de schaduw staan van de mosseleetcultuur bij onze zuiderburen, waar de ‘moules-frites’ nationaal erfgoed zijn.
Het is een raadsel waarom wij ze niet veel vaker eten. De mossel is namelijk het meest onderschatte fastfood. Want als er íets huphup snel klaar is, dan zijn het wel mosselen. Met 5 minuten koken kom je al een heel eind, iets langer bij grote jongens en/of dito hoeveelheden. En met koken bedoel ik letterlijk niets meer of minder dan in een pan doen, deksel erop en vuur eronder. Dat zou zelfs de grootste keukenkluns moeten kunnen. Schoonmaken is ook al geen gedoe meer. Vroeger, nee, vroeger. Toen zaten ze vol zand en dat moest je er met veel spoelen uit zien te krijgen om vervolgens ook nog de baarden eraf te peuteren, die sliertige draden. Maar dat wordt tegenwoordig allemaal al voor ons gedaan in Zeeland. Dus waar wachten we nog op?
In West-Ierland waar ik laatst was (zie het reisverslag (€) in Trouw) at ik heerlijke mosselen in een tomaten-paprikasaus. De vrouw van de mosselkweker had het recept ooit gevonden in een Spaans kookboek en wilde het best met me delen. Haar tip: de saus apart maken van de mosselen. Dat is veel handiger met het oog op vooraf bereiden, als je veel mensen hebt of als je meerdere sauzen maakt. O, en het maakt de boel ook een stuk minder waterig.
De enige overgebleven kwestie is: hoeveel mosselen per persoon. Mijn visboer zegt 1 kilo, maar dat vinden wij thuis best veel. Niet alleen logistiek maar ook om te verstouwen. Maar het voordeel van overgebleven mosselen is natuurlijk dat je ze morgen kunt opbakken.
Spaanse mosselen (op z’n Iers)
Nodig voor 4 personen:
4 kilo mosselen
1 grote ui
2 rode paprika’s
3 knoflooktenen
½ rode peper
1 blik tomatenblokjes (400 ml)
1 volle theel gerookt paprikapoeder (pimentón)
1 volle theel komijnpoeder (djinten)
scheut olijfolie
zout & peper uit de molen
Snipper de ui. Verhit een scheut olijfolie in een koekenpan en fruit de ui zachtjes. Snij intussen de paprika in kleine blokjes en hak de knoflook en rode peper fijn. Voeg toe aan de pan en fruit alles zachtjes 15 minuten. Roer paprikapoeder, komijn, zout en peper erdoor. Dan mag het blik tomaten erbij. Laat de boel even aan de kook komen en dan 15 minuten zachtjes sudderen. Dit kan allemaal al van tevoren, u kunt de saus ook later weer opwarmen.
Spoel de mosselen in een gootsteen vol koud water en gooi kapotte exemplaren weg. Ze horen dicht te zijn, maar het kan geen kwaad als ze allemaal ietsje open staan – dat komt door die moderne vacuüm verpakkingen. Doe ze in een grote pan (of twee), deksel erop, en breng op hoog vuur aan de kook. Wacht 5 minuten, hussel of schep de boel dan goed door elkaar zodat de onderste (open) en bovenste (dichte) schelpen van plek verwisselen. Kook nog hooguit een paar minuten. Als ze allemaal open staan, zijn ze klaar. Er is nu een hoop vocht vrijgekomen, giet dat weg. Schep de warme/opgewarmde tomatenpaprikasaus erdoor. Serveer meteen, met brood om alle restjes saus mee weg te smikkelen.
TIP:
Mosselen over? Uit de schelp peuteren, morgen even door de bloem halen, dan door losgeklopt ei, dan door paneermeel (glad resultaat) of panko (meer rotzooi in de pan, maar wel extra knapperig). Even bakken in een laagje hete olie. En een restje tomatenpaprikasaus staafmixert u met mayonaise tot een puik dipsausje.
Dit recept verscheen eerder in Trouw. Hierna volgen nog in dezelfde schelpenserie: Gegratineerde coquilles, Spaghetti met kokkels en scheermesjes.