Het productschap Wijn maakte vorige week bekend dat de gemiddelde wijnconsumptie het afgelopen jaar is gestegen naar 21,6 liter per persoon. En dat terwijl we in 1975 nog slechts de helft wegstouwden. 87% van de wijn wordt in de supermarkt gekocht. Met name door vrouwen, mannen gaan liever naar de slijter. Dat laatste weet ik niet dankzij het productschap, maar uit het wijnboek Gek op wijn van Thérèse Boer & Astrid Joosten. Het is al eind vorig jaar verschenen (heel handig vlak voor de sinterklaasverkopen), maar pas onlangs kreeg ik een exemplaar in handen. Nog wel van Astrid Joosten persoonlijk, die deze maand te gast is op mijn website met haar recept van Kabeljauw met kerstomaatjes.
Onzekere royalty
Een ‘gids voor beginners en genieters’ luidt de ondertitel. Het boek bespreekt 10 bekende (en minder bekende) wijnsoorten aan de hand van interviews met prominente Nederlanders. Gewapend met een krat flessen gingen de dames buurten bij deze en gene. Ze begonnen met champagne en eindigden met dessertwijn. Nu weet ik dat ik samen met Matthijs van Nieuwkerk een liefde deel voor Condrieu, dat Ronald Giphart een dessertwijntype is en – heel aandoenlijk – dat zelfs royalty onzeker kan zijn. Meester Pieter van Vollenhoven nam voor de zekerheid twee secondanten mee om hem indien nodig in te fluisteren.
Kattenpis
Elk interview gaat vergezeld van een proefformulier (10 flessen de man, ik geef het je te doen). Met zowel typische vinoterminologie als ‘stuivend’,’elegant’, ‘aardse tonen’ en ‘de Italiaanse Chardonay pakte de bereiding van de coquille prima op’, maar ook gewoon ‘kattenpis’, ‘net Maggi’, ‘megalekker’ en ‘tja, niet vies’. Nu is wijn leuk en aardig, maar valt er ook nog wat te eten? Jazeker, het boek bevat ook een tiental recepten zoals de spaghetti vongole van Martijn Krabbé.
Handig
Erg handig zijn de lijstjes van wijn-spijscombinatie. Waar is Chardonnay lekker bij, maar vooral ook, waar niet bij. Kijk, daar heeft de onzekere liefhebber wat aan. Champagne is lekker bij van alles, maar niet bij chocola. Geen eiergerechten bij rode Bordeaux, geen salades bij noord-Italiaans rood, geen oesters of jonge geitenkaas bij viognier. En er zit ook een los kaartje in het boek met wijnen en jaartallen: wat zijn de beste jaren, welke wijn moet op en welke mag nog even blijven liggen.
Tenslotte nog een geinig weetje van eerdergenoemd productschap: rode wijn wordt vooral thuis gedronken, witte wijn is voor als je op visite bent en rosé is typisch iets voor consumptie in de horeca.
Thérèse Boer & Astrid Joosten, Gek op wijn, gids voor beginners en genieters, uitgeverij Prometheus, € 18,95