Dat mussen de eigenaardige gewoonte hebben om van het dak te vallen is spreekwoordelijk bekend. Spreeuwen daarentegen vallen nergens vanaf, zeker niet van een dak. Dat heb ik net nog proefondervindelijk kunnen vaststellen. Terwijl ik in de prachtige voorjaarszon met laptop op het balkon zit te werken aan de Culinaire Scheurkalender 2009 (jottem! Wij kleine zelfstandigen zijn de bofkonten der aarde!), zit boven mijn hoofd, op de rand van het dak, een spreeuw luidkeels te tetteren. Volgens mij zit ik in de weg. Ik bevind mij namelijk halverwege mama spreeuw en een nest met jong spreeuwengrut.
De architect van dit hoofdstedelijk appartementengebouw heeft ooit speciaal nestgaten aan laten brengen in de houten balkonrand ten behoeve van de lokale gierzwaluw. Ongetwijfeld een goedbedoeld subsidieprojectje van een gemeentelijke stuurgroep. De gierzwaluwen laten de gaten echter al sinds jaar en dag hardnekkig linksliggen, maar de spreeuwen zijn er dolblij mee. Elk jaar weer is het rond deze tijd een gekwetter van jewelste, terwijl paps en mams spreeuw (ja spreeuwenouder zijn is een heuse duobaan) af en aan vliegen met lekkere hapjes.
De jonge spreeuwtjes zelf heb ik nog nooit gezien, de opening van het nest zit namelijk aan de buitenkant van de gevel. Ik kan ‘m net zien als ik helemaal voorover hang over de reling, maar verder dan een gat valt er niets te zien. En ook elk jaar is het gepiep ineens afgelopen en zijn de kids kennelijk uitgevlogen. Jammer, ik hoop steevast op een demonstratie vliegles-voor-beginners, maar nee. Zou het trouwens elk jaar dezelfde spreeuwenfamilie zijn? Het zou best kunnen. Of niet natuurlijk. Spreeuwen lijken sprekend op elkaar. Zouden ze dat van ons, mensen, ook vinden?
Iets heel anders: zijn spreeuwen eigenlijk lekker? Eksters vinden vast van wel, die liggen al weken op de loer om bij het uitvliegen der jeugd hun slag te kunnen slaan. Even het boek van meneer Artusi erbij gepakt. En verdomd: een recept van Gestoofde spreeuwen. Tussen de ‘Valse lijsters’ (‘oftewel blinde vinken op zijn Italiaans’ – het staat er echt!), en de ‘Vogeltjes met een tic’. ‘Spreeuwen zijn vogels met middelmatig, taai vlees en ze hebben de volgende behandeling nodig om eetbaar te worden.’ Hmm, misschien toch eens proberen? Met een schepnetje?
Inmiddels zijn de spreeuwen trouwens uitgevlogen!
Zie ook: Pellegrino Artusi – recensie.