Pak ‘m beet 67 verschillende glazen Duitse wijn heb ik de afgelopen drie dagen geproefd. Vaak maar bodempjes hoor, en een hoop werd ook weer keurig uitgespuugd, maar toch. Normaal gesproken zeg ik tegenwoordig nee tegen wijnreizen. De allereerste was zonder meer geweldig. Daar leerde ik de basis van wijn maken en hoe je moeiteloos termen als malolactische gisting uit je mouw schudt. Maar sindsdien bleek het vooral een opgave om elke dag vier à vijf wijnboeren te bezoeken, waarbij je vanaf negen uur ‘s morgens in ijskoude kelders staat aan te hikken tegen een stuk of veertien flessen en een enthousiaste wijnboer. Een feest voor wijnschrijvers, niet voor mij. Ik schrijf nu eenmaal niet over wijn, maar over eten en koken.
Edoch, deze Duitse reis bleek een culináire wijnreis, ja zelfs inclusief twee kookworkshops. Helemaal toen eenmaal het woord Schwarzwalder Kirschtorte (morgen het recept!) gevallen was, ja toen pakte ik graag mijn koffertje. Drie dagen ging het door de Pfalz, Rheinhessen en Baden. Langs wijnboeren en restaurants, waar vele, vele flessen ontkurkt werden. Stuk voor stuk puik spul uiteraard. En je steekt er ook weer een hoop van op. Zo weet vast niet elke lezer dat Spätburgunder hetzelfde is als Pinot Noir. Geef maar toe, ik wist het ook niet. Weissburgunder is dan natuurlijk Pinot Blanc, en Grauburgunder, juist, Pinot Gris. Wat we uit Italië dan weer kennen als Pinot Grigio, terwijl ze in de Elzas – vanuit waar ik zat kon je het bijna aan de overkant van de Rijn, in Frankrijk, zien liggen – dan weer reppen van Tokay.
Maar los van die Pinots was het vooral Riesling wat de klok sloeg. De ene nog heerlijker dan de andere. Te pas en te onpas gecombineerd met asperges, waar het toevallig nou nét het seizoen voor is, was dat even boffen. Wat een van de Amerikaanse wijnjournalisten uit het gezelschap zelfs de vraag ontlokte of Riesling überhaupt ook nog ergens anders bij gedronken kon worden. Maar het antwoord werd gesmoord in het open maken van nóg een fles.
Ik had het bijzonder getroffen met een internationaal gezelschap van alleen maar leuke mensen. Allemaal doorgewinterde wijnschrijvers, die de hele dag door vragen stelden als ‘Is deze wijn nou 12 of 18 maanden gerijpt?’ en ‘Was dat in Fráns eiken?’ Maar tijdens die kookworkshop kon ik alsnog keihard terugslaan met mijn imponerende snijtechnieken. En mijn Schwarzwalder Kirschtorte was toevallig wél degene die als dessert geserveerd werd. Ha.
Het wordt afkicken de volgende dagen. Niet meer bij elke gang vier verschillende wijnen om te proeven, niet meer overal bij aankomst meteen een glas Sekt in de hand geduwd krijgen, en vooruit, nog eentje. En wilt u er een lekker hapje bij? Geen fabelhafte uitzichten over het Zwarte Woud, geen wandelingen door zonovergoten wijngaarden onder een strakblauwe hemel. Geen snoezige Duitse dorpjes meer vol vakwerkhuizen en ruisende beekjes. Geen prachtig gedekte tafels en allerhartelijkste ontvangst meer.
Vaak op feeërieke locaties, zeker met een zonnetje erbij.
En ah, niet te vergeten die donzen Duitse dekbedden. Alles vorbei. Gelukkig heb ik allemaal wijnwinkels om de hoek, vast vol met Rieslings. En het is nog nét aspergetijd.