Ineens stond er een paginagrote advertentie in de kranten: “Milner door bloggers als lekkerste getest in de Nationale Kaastest 2014”. Jaja. Zo’n onderzoekje dat de kaasfirma zelf had georganiseerd zeker, en wat zijn dat dan voor smaakloze bloggers? Op social media werd al snel gerept van #milnergate.
Maar in de kleine lettertjes onderaan de pagina stond toch echt dat de test was georganiseerd door Stichting Natuur & Milieu, en na enig zoeken bleek er ook een lijvig onderzoeksrapport te zijn. Met meteen al in de eerste alinea dat we eigenlijk te veel kaas eten. Want er is wel 10 liter melk nodig om 1 kilo kaas te maken en al die daarvoor benodigde koeien “trekken een zware wissel op ons milieu”. En het zit ook nog eens vol vet en zout. “Daarom is het voor het milieu en de gezondheid beter om kaas te vervangen door plantaardig beleg, zoals humus of een notenpasta”. Gezellig, om zo te beginnen bij een kaastest. Maar vooruit: “Af en toe kaas eten moet volgens Natuur & Milieu prima kunnen.”
Het Milnerprefererend panel bleek inderdaad te bestaan uit een aantal foodbloggers en een ‘culinair artiest’ (?), maar ook uit culinair journalist Jeroen Thijsen, mijn voormalige buurman in Trouw en erkend superproever. Die vond toch niet serieus Milner de lekkerste? Integendeel, zo bleek, maar hij werd simpelweg weggestemd door de jongere garde. Hun algehele motto: “Niet vet, wel zout, dus lekker”. Of zoals Natuur & Milieu het formuleerde: “de smaak van de gewone Nederlander”.
Een aantal waarlijk kaasliefhebbende culinaire schrijvers, waaronder ikzelf, vroeg zich af of die test niet beter kon. Hoe kon bijvoorbeeld in hemelsnaam Remeker als derde van onderen eindigen? Wij besloten om zelf maar eens een test te organiseren, maar dan ook met lékkere kazen ertussen, niet alleen de fabriekskazen uit de supermarkt. Locatie: de legendarische kaaswinkel, pardon, fromagerie, Kef in Amsterdam.
De fine-fleur der vaderlandse culinaire journalistiek schoof aan voor deze niet-geautoriseerde nieuwe nationale kaastest (klik op de linkjes voor hun eigen respectievelijke verslagen): Sylvia Witteman en Onno Kleyn (Volkskrant), Janneke Vreugdenhil (NRC), Hiske Versprille (Parool), Teun van de Keuken (Keuringsdienst van Waarde), Jacques Hermus (Dagblad van het Noorden), Nicolaas Klei (Supermarktwijngids), Gerrit Jan Groothedde (Eetschrijven.nl) en ikzelf. Ook Jeroen Thijssen was van de partij, voor de revanche, en Lizet Kruyff (Spinazieacademie.nl) hield de stand bij. “De Milnerbergconferentie”, zoals Onno Kleyn de bijeenkomst al snel doopte.
13 kazen werden blind geproefd, door de dames van Kef in keurige verjaardagsfeestblokjes geserveerd en anoniem genummerd. Allemaal jongbelegen kazen, zowel uit de fabriek/supermarkt als, zoals Nicolaas Klei het omschreef, ‘handgekloste’, uit diverse kaasspeciaalzaken of rechtstreeks van de boer. Nu is natuurlijk het probleem dat kaasliefhebbers jongbelegen kaas eigenlijk nog geen kaas vinden. Wie houdt van kaas, wil het graag wat pittiger, met wat meer karakter. Maar we probeerden het manmoedig.
Na enig geharrewar over de te volgen proefmethode en het gewenste wetenschappelijke gehalte, begonnen we aan de blokjes en de becijfering van 1 tot 10. We waren het vaak eens, maar soms ook niet. “Smedig” viel regelmatig, maar ook “plastic”, “vol”, “nasmaak”, “intrinsieke zweetkaas” tot “Ik vind hem niet vies, maar ik zou hem niet eten”. En tussendoor werd er geneutraliseerd met water, stukjes brood en komkommer.
De uiteindelijke top 5, van beneden naar boven:
5. Zwaluw (58 punten, gemiddeld 5,8)
Onopvallende kaas.4. Leerdammer (67 punten, gemiddeld 6,7)
Unieke, heel herkenbare, Emmentalerige, zoete smaak. Hoort hier daarom eigenlijk niet tussen.3. Bastiaansen (77 punten, gemiddeld 7,7)
Smeuïg, pittig, lekker vol, iets zout, eigenlijk meer de kant op van belegen dan jongbelegen.2. Kinderdijk (81 punten, gemiddeld 8,1)
Een verrassende outsider op basis van vegetarisch stremsel, gekocht bij kaaswinkel Erik op het Beukenplein in Amsterdam-Oost. Pregnante, stallige kaas.1. Remeker (84 punten, gemiddeld 8,4)
Beroemde kaas, boordevol smaak, boterig, spannend bij elke hap. Niet verwonderlijk dat iedereen deze het lekkerst vond. “We zijn allemaal geslaagd voor het culisnobdiploma”.
Het goede nieuws voor Milner? Die eindigde zowaar niet eens op de allerlaatste, dertiende plaats, want die eer ging naar Zaanse Hoeve 48+. Maar Milner was de een-na-vieste. “Hardplastic, fabriekig, een 2”, schreef ik zelf op mijn testformulier. Tja.
Moraal van het verhaal? Je hebt kaas en kaas. En je hebt kaasliefhebbers die graag omfietsen voor een bijzonder kaasje en het stempel van culisnob op de koop toe nemen, en je hebt mensen die het vooral prettig vinden als kaas niet zo kazig smaakt.
P.S. De overige geteste kazen (in willekeurige volgorde): Delta mild, Beemster, Noordam, Maaslander, AH boerenkaas 48+ en Boer en Land Campina.