Asperges koken? Altijd eerst even de schillen en taaie uiteindes gebruiken om pak ‘m beet 15-20 minuten een bouillonnetje van te trekken, en daarna pas de asperges zelf erin koken. In mijn beleving worden ze dan nóg lekkerder. Maar dat kan ik me ook gerust inbeelden.
Wat daarentegen beslist geen fantasie is, is dat je met dat aspergewater vervolgens heerlijke soep kunt maken. En dat kun je gerust toveren noemen, want met dat lichtgele niksige water nog een paar luttele extra asperges voor de garnering, creëer je dan voor een habbekrats ineens weer een beeld van een soep. Nee, je hebt zelfs geen bouillonblokje meer nodig.
Het enige punt is dat je dat aspergewater moet binden tot soepdikte, anders blijft het natuurlijk water. Daartoe zijn er meerdere methodes. Een ouderwetse roux (boter en bloem) werkt het beste, maar room en een eidooier helpen ook mee, tevens voor de smaak. En zelfs het onbarmhartig pureren van asperges zorgt voor verdikking, maar dat vind ik altijd een beetje zonde, ik heb liever dobberende stukjes in mijn soep.
Enfin. Het is aspergetijd en we moeten (ja, moeten!) er zoveel mogelijk van genieten, dus
a) gebruik die aspergeschillen! Niet zomaar weggooien.
b) gebruik vervolgens dat aspergeschillenwater – ja, dat kan ook meerdere keren, daar wordt het alleen maar smakelijker van.
c) als je niet meteen toekomt aan soep maken: invriezen van het aspergeschillenwater gaat uitstekend. Ik gebruik er van die Turkse-yoghurtemmertjes voor.
Gisteravond at ik weer eens aspergesoep, dit keer met een handje zeekraal. Erg lekker, erg simpel. Hier staat mijn recept van aspergesoep met zeekraal. Kan ook zonder zeekraal, trouwens.
Ik ben trouwens in Trouw een aspergeserie begonnen, en op mijn website heb ik al mijn aspergerecepten even overzichtelijk voor je samengevoegd in een aspergereceptenspecial.