Tja, natuurlijk moest ik er naartoe, beroepshalve. That Sugar Film is een egodocumentaire à la Supersize Me van Morgan Spurlock, maar dan met suiker in plaats van fastfood. De Australische filmmaker Damon Gameau at 2 maanden lang alleen zogenaamd ‘gezonde’ dingen uit de supermarkt. Geen frisdrank, geen ijs, geen snoep (lees: de dingen waarvan je op je klompen aanvoelt dat er veel suiker in zit) maar juist ontbijtgranen, magere yoghurt, mueslirepen en fruitsap. En juist in die onschuldig ogende producten blijkt heel veel suiker te zitten. Volgens Gameau wordt aan maar liefst 80% van alle supermarktproducten suiker toegevoegd, waardoor Australiërs per persoon per dag 40 theelepels (160 gram!) verstouwen. Dat lijkt mij erg veel en ik weet niet waar hij dat aantal op baseert, maar inderdaad, binnen no time komt hij kilo’s aan en wordt bovendien diep ongelukkig.
Tot zover de film. Die buitengemeen grappig is, want alles wordt uit de kast gehaald om het visueel gezellig te maken, inclusief pratende wetenschappers die zijn ingemonteerd in pakjes en zakjes. Maar de film is ook een tikje ja-nou-weten-we-het-wel-doordrammerig en nogal manipulatief, maar ach, hoe erg is dat als er een belangrijke boodschap aan de kaak wordt gesteld? Heel erg, zegt voedingsjournalist Huib Stam op foodlog.nl, waar hij de film regelrecht kijkersbedrog noemt. Niet dat zijn pleidooi veel indruk zal maken op al die volksstammen die nu ineens anti-suiker zijn en die zich ongetwijfeld zullen verkneukelen bij deze film.
Zucht. Ik word zo langzamerhand iebel van dat ‘Suiker is het nieuwe gif’-virus. Zelfs mijn eigen vriendinnen, die ik toch hoog acht, reppen nu ineens van ‘foute’ versus ‘gezonde suikers. Kristalsuiker van de good old suikerbiet is taboe, maar kokosbloesemsuiker, palmsuiker, rijstsiroop of ingedikt vruchtensap zijn wél oké. En als je daar iets mee maakt, dan heet het doodleuk, o ironie, ‘suikervrij’. Maar ook al zijn ze iets anders in samenstelling, mineralen en glycemische index (het nieuwe toverwoord), qua calorieën maakt dat geen bal uit: suiker is en blijft suiker. Of je nou ingedikt sap van de suikerbiet neemt of ingedikt sap van de agave. Jongens, is dat nou zó ingewikkeld om te onthouden? Overigens wordt dat in de film ook aangestipt, zij het maar heel eventjes. Als je het niet wilt zien, kijk je er zó omheen.
Het is zelfs zo erg, dat ik laatst hatemail kreeg ‘dat ik nu kennelijk ook al van de antisuikermaffia ben’, omdat ik in mijn recept voor pitabroodjes geen snufje suiker bij de gist deed. Schandalig! Terwijl ik proefondervindelijk had getest dat ze zonder snufje net zo prima rezen als met. En hoe minder ingrediënten en handelingen in een recept, hoe beter, is mijn motto. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
Feit is dat we inderdaad met z’n alleen veel meer suiker binnenkrijgen dan vroeger. Dat aan zo absurd veel fabrieksproducten (pakjes, zakjes, kant-en-klare maaltijden) suiker wordt toegevoegd als een goedkope smaakversterker is een grof schandaal. Juist in de hartige producten, waar je het niet verwacht. Het liefst in verstopte vorm, zodat het geen suiker heet maar glucose of dextrose of glucose-fructosestroop, invertstroop of maltodextrine, en vaak ook nog een combinatie van dat alles.
Bovendien zijn traktaties van iets bijzonders voor feesten en partijen inmiddels verworden tot een dagelijks recht. Zo lang we daar voldoende fysieke activiteit tegenoverstellen (Himalaya’s beklimmen, Tour de Frances rijden, akkers bewerken met een pikhouweeltje) kan dat allemaal geen kwaad. Maar de meesten van ons verbranden dat niet vanachter ons computerbureau, om over tandbederf maar te zwijgen.
Enfin. Iedereen moet het helemaal lekker zelf weten. Maar ik blijf roepen, desnoods in de woestijn, LAAT JE NIET GEK MAKEN. En doe toch niet zo moeilijk.
Nee, eet je vooral niet elke dag rond aan cake of boterkoek, maar voel je ook niet diep schuldig als je eens een gevulde koek verschalkt. En gooi nou eindelijk eens al die pakjes en zakjes met soepen, sauzen en mixen de deur uit, drink thee (zonder suiker…) in plaats van frisdrank, en eet gewoon één appel in plaats van er vier in de sapcentrifuge te gooien en weg te klokken. Dat scheelt niet één, maar twee slokken op een borrel, qua suiker. En zout trouwens, maar goed, da’s een andere film.