Onlangs ploegde ik mij met een tiental culi-collega’s door dertien jongbelegen kazen, bij wijze van zelf georganiseerde kaastest. Aanleiding was de ‘Nationale Kaastest 2014’, eind vorig jaar georganiseerd door Natuur & Milieu waarbij Milner als lekkerste kaas uit de bus kwam, wat de producent maar al te graag tromroffelde in paginagrote advertenties. Een voor ware kaasliefhebbers hoogst ongeloofwaardige, ja zelfs letterlijk onverteerbare conclusie. Milner? Die niksige, plastic fabriekskaas de lékkerste? En dat in een kaasland als Nederland? Die test, daar klopte natuurlijk niks van. Dus we deden hem dunnetjes nog eens over, in de kelder van de befaamde Amsterdamse kaaswinkel Kef. Waarbij Milner als een-na vieste uit de bus kwam. Ha. Eindelijk gerechtigheid. Alleen, wat doe je na afloop met al die blokjes kaas? In de kaasfondue dan maar?
Uit een pakje: Emmi Swiss fondue
Zwitserse kaas 52%, witte wijn, water, aardappelzetmeel, kirsch, keukenzout, smeltzout (E339), specerijen.
Nu wil het geval dat ik ooit als zeventienjarige een jaartje au-pair was in Zwitserland, u weet wel, het land waar ze de kaasfondue zo’n beetje hebben uitgevonden. De eerste keer dat het nationale gerecht in mijn gezin ter tafel kwam was ik beleefd lovend, goed opgevoed als ik ben. Dat bleek een kapitale vergissing. Voortaan stond er elke week kaasfondue op het menu “want onze au-pair vindt het zo lekker”. Ik geloof niet dat ik me er sindsdien ooit nog aan gewaagd heb. Maar ja, toen stond ik dus vorige week helemaal sufgekaasd bij Kef toen mijn oog viel op een doosje Vacherin Mont-d’Or. Daarmee maak je de allersimpelste kaasfondue denkbaar en zelfs na al die blokjes jongbelegen, werd ik daar ineens weer helemaal kaaslustig van.
Recept
Zelf maken? Wie een klassieke kaasfondue wil, gaat naar een kaaswinkel waar ze u graag een ter plekke geraspte mix meegeven. Bij Kef bestaat die uit Beaufort, Emmental, Tilsitt en Appenzeller. Heus, een wereld van verschil met de gruismixen uit de supermarkt. En u krijgt het recept erbij, dus hoe moeilijk is het helemaal?
Recept (maar nu echt)
Maar het kan ook helemaal anders, met Vacherin Mont-d’Or. Een smeuïg, lichtzoetig kaasje uit Frankrijk in een rond spanen doosje, traditioneel bedoeld om uit te lepelen. Warm is hij nog lekkerder. Het is een echt seizoensproduct, alleen verkrijgbaar van september tot en met maart, dus het kan nog net. Verkrijgbaar bij de betere kaaswinkel maar soms ook in de supermarkt. Hieronder staat mijn recept van supersimpele kaasfondue zoals het eerder in Trouw verscheen. In al dan niet opgeleukte versie.
Zelf maken?
Nodig voor 2 personen:
1 kaasje Vacherin Mont-d’Or
scheutje droge witte wijn (iets fris fruitigs, de rest van de fles drinkt u er uiteraard bij op)
zwarte peper uit de molen
lekker brood (mag iets oudbakken)
We doen het eens helemaal anders. Vacherin Mont-d’Or is een smeuïg, lichtzoetig kaasje uit Frankrijk in een rond spanen doosje, traditioneel bedoeld om uit te lepelen. Warm is hij nog lekkerder. Het is een echt seizoensproduct, alleen verkrijgbaar van september tot en met maart, dus het kan nog net. Verkrijgbaar bij de betere kaaswinkel maar soms ook in de supermarkt.
Verwarm de oven voor op 210 °C. Verwijder het deksel en verpak het houten kaasdoosje in aluminiumfolie (anders verbrandt het), maar laat de bovenkant open. Prik de korst van de kaas een paar keer diep in met een vork. Giet de wijn erop. Zet 25 minuten in de oven. Bestrooi met peper uit de molen. Serveer met keurige fonduevorkjes en in blokjes gesneden brood. Of gewoon met plakjes (stok)brood en handmatig dippen. En denk aan Asterix en Obelix en de Helvetiërs (“In het meer, in het meer, met een gewicht aan zijn voeten!”).
Tips:
- Extra lekker: serveer met geroosterde ienieminiblokjes knolselderij (omhusselen met peper, zout en olijfolie, al in de oven zetten tijdens het voorverwarmen) en wat gezellig groens (peterselie, tuinkers).
- Wie een meer klassieke kaasfondue wil, gaat naar een kaaswinkel waar ze u graag een ter plekke geraspte mix meegeven. Bij Kef bestaat die uit Beaufort, Emmental, Tilsitt en Appenzeller. Heus, een wereld van verschil met de gruismixen uit de supermarkt. En u krijgt het recept erbij, dus hoe moeilijk is het helemaal?