Mijn Franse appelmanagement duurt onverminderd voort, want de appels blijven maar vallen uit mijn Normandische appelbomen. Iedereen met een appelboom herkent het probleem van overvloedige, wanhopig stemmende weelde. En dan heb ik dus tien (10!) bomen…. Na appelsap, appelmoes en uiteraard appeltaart kwam culicollega Janneke Vreugdenhil met de behulpzame suggestie van appelstroop. Wat een leuk idee! Het recept staat in haar nieuwe kookboek De bijbel van de Nederlandse keuken. Er moest maar liefst drieënhalve kilo appel in, mooi, dat schiet lekker op. Schillen of ontklokhuizen hoefde niet, gewoon in stukken in een hele grote pan met een liter water erbij en dan in ruim een uur tot moes koken. Daarna een nachtje uitlekken in een betheedoekte vergiet. Althans, het bleek zo ontzettend veel, dat ik er zelfs twee vergieten voor nodig had. De volgende dag had ik een liter troebel sap, plus een enorme berg appelprut en twee hele kleverige theedoeken. Toen hoefde het sap alleen nog maar ‘een paar uur’ zachtjes in te koken. Ik ging intussen iets heel anders doen en vergat prompt, inderdaad nogal klunzig, dat hele stroopproject. Toen ik na drie uur de keuken weer in kwam, zat er nog een miniem bodempje in de pan, nog nét niet aangebrand. In een reparatiepoging goot ik snel wat van mijn eigen eerder gemaakte appelsap erbij en probeerde de aldus ontstane klonten weg te krijgen met achtereenvolgens een garde, staafmixer en roerzeef. Teug in de pan, koken, roeren en toen mocht het donkerbruine vocht in twee kleine brandschone potjes. Na een uur bleek er een dikke schuimlaag op te zitten. Toch te kort verhit na het verdunnen waarschijnlijk? Terug in de pan, opnieuw koken en roeren en uiteindelijk had ik nog precies een half minipotje over. Lekker spul maar het staat niet echt in verhouding tot drieënhalf kilo appels, anderhalve dag werk en een integraal plakkerige keuken. Met terugwerkende kracht heb ik diep respect voor appelstroopmakers. Als u het mij vraagt zeg ik: don’t try this at home. Tenzij u beter oplet dan ik deed.
RECEPT
Rode kool uit de oven (uit De bijbel van de Nederlandse keuken)
Aan dat fijne kookboek ligt het niet hoor, dat is één groot feest-der-herkenning. Volop klassiekers, zoals dit recept van Janneke voor rode kool. Met slechts twee à drie appels, dus dat schiet voor appelboombezitters niet op, maar het levert wel een heerlijk herfstig ouderwets lekker pannetje comfortfood op à la oma. Zonder twist, of het moet zijn dat u de rode kool stooft in de oven. Zo gaat het heel langzaam en gelijkmatig, plus niet te vergeten: het kan niet mislukken.
Nodig voor 4 personen:
1 (niet al te grote) rode kool
2 grote of 3 kleine friszoete appels
2 uien
5 cm gemberwortel
4 kruidnagels
2 steranijs
3 eetl appelazijn
3 eetl suiker
50 g boter
zout & flink peper uit de molen
Snij de kool in dunne reepjes, de (uiteraard geschilde) appels in kleine stukjes, snipper de uien. Doe alles in een ovenbestendige stoofpan, liefst zo’n gietijzeren. Rasp de gember erboven fijn. Voeg alle overige ingrediënten behalve de boter toe. Hussel goed door elkaar. Verdeel ten slotte de boter in klontjes erover. Zet de pan met deksel erop in de oven op 160 °C (voorverwarmen hoeft niet) en laat twee uur sudderen tot de kool gaar en zacht is. Schep halverwege een keertje om.
TIPS:
• Maak vooral een grote pan vol, want gestoofde rode kool kan uitstekend (in handzame porties) worden ingevroren.
• Nee, er hoeft geen water of ander vocht bij. De rode kool is aan het stoven, niet aan het koken. Appel, azijn en boter en vooral de gesloten pan als mini-oven binnen in de echte oven zorgen er vanzelf voor dat de rode kool smeuïg wordt.
Dit recept komt zoals gezegd uit het boek De bijbel van de Nederlandse keuken van Janneke Vreugdenhil, uitgeverij Carrera, ISBN 9789048847341, € 33,99