Ik had me er zó op verheugd, op het boek Wat ik at in een jaar van Stanley Tucci. Een acteur waar ik al jaren fan van ben. Sinds Big Night natuurlijk (de beste eetfilm aller tijden), maar hij speelde ook op zeldzaam heerlijke wijze de man van Julia Child in Julie & Julia en recent nog een ambitieuze kardinaal-die-paus-wil-worden in Conclave. Maar – spoiler alert – dit boek valt helaas vies tegen.

Het begon al met de schrik toen ik de cover zag, een groot zwart-wit portret met het woord ‘at’ uit de titel precies ter hoogte van zijn mond. Een geinig ideetje uit de allereerste brainstorm dat natuurlijk nooit verder had mogen komen dan de prullenbak.
Afgebladderd
Het boek begint op 2 januari, wanneer de acteur aankomt in Rome voor 8 weken opnames van de film Conclave. Ha, dacht ik meteen, prachtige film, leuk. Alleen kom je over de opnames helaas niets te weten, behalve dan dat Cinnecittà een afgebladderd geheel is en Italiaanse filmcatering één doffe ellende. Hij vermeldt hooguit af en toe dat hij ‘naar zijn werk ging’, en vervolgens volgt dan waar en met wie hij ’s avonds wat ging eten. Waarbij je zelf dan maar moet snappen dat ‘Isabella’ Rossellini is.
Roddelpers
Sowieso is het onvermijdelijk dat je tussendoor steeds even googelt. Zo komt bijvoorbeeld ineens Felicity (zonder achternaam) langs ‘met de kinderen’. Aha, vast zijn vrouw. Een paar hoofdstukken later is er een boeklancering, ‘van een van Felicity’s auteurs’, dus ik vermoed dat ze literair agent is? Ook zo’n terloops zinnetje dat vaker opduikt is dat Tucci weinig speeksel heeft ‘vanwege de bestralingen’. Oh, hemel, juist ja. Had ik dat uit de roddelpers moeten vernemen, of van Wikipedia? Heus, van mij hoeft een beroemd acteur niet al zijn persoonlijke wel en wee uit de doeken te doen, maar er simpelweg vanuit gaan dat de lezer alles over hem al weet, is toch onhandig. Zo blijkt hij dus twee kleine kinderen te hebben, maar kennelijk ook nog grote uit een vorig huwelijk? Twee, of nee, drie? Je raadt heel wat af. Want wie is nou toch weer Lottie? Of Claudia?
Hongerige toerist
Mocht je zelf op vakantie een keer de restaurants willen bezoeken waar hij lovend over schrijft, in Rome of elders op de aardbol, dan heb je helaas niet bijster veel aan dit boek, want de restaurants staan nergens handig in een lijstje, dus die vind je moeilijk terug. Ook komen er volop etablissementen zonder naam voorbij, waar je als hongerige toerist al helemaal niks mee opschiet. Plus passages als deze: ‘Volgens de aardige mensen [van het hotel] kun je hier om de hoek goed eten. Daar ga ik heen. Ik eet er. Ik raad het iedereen af.’
Tja.
Hap-snap
Ik ploegde nog voort tot 6 mei, in de hoop dat het beter zou worden. Maar nee, daarvoor heeft het een te hoog hap-snapgehalte. Veel heen en weer gereis, her en der een persoonlijke anekdote of een wijsneuzig weetje (‘guanciale is de gezouten varkenswang die je in een carbonara hoort te verwerken in plaats van pancetta’), hij kookt nog maar eens pasta met pesto en gaat weer eens uit eten met vrienden.
‘Wat Andrea at weet ik niet meer’.
Wat een frustrerend boek. Echt, ik heb ‘mijn’ Stanley Tucci duizendmaal liever gewoon in de bioscoop.
BOEKINFO:
Stanley Tucci, Wat ik at in een jaar (en aanverwante gedachten), uitgeverij Meulenhoff, ISBN 9789089683847, € 23,99


