Elk zichzelf respecterend Californiaans kustplaatsje heeft een pier, zo ontdek ik tijdens mijn rondreis. Authentieke houten gevallen die fier in zee staan, meestal in de loop der tijd al drie keer afgefikt maar even zo manmoedig keer op keer herbouwd. Jammer alleen dat de meeste intussen gedegradeerd zijn tot een soort veredelde parkeerplaats. Zo ook die van Santa Barbara. Doodzonde. Je moet je nu eerst door drie rijen blik heenwerken voor de bij de hoofdattractie bent: verse krab!
Brutale pelikaan
Het is zondagmiddag en een drukte van belang. Vissers gooien hun hengels uit, in het water dobberen complete kuddes zeehonden en een brutale pelikaan komt kijken of er nog ergens een visje te verschalken valt. En wat doen wij? Krab eten! Er staat een soort snackbar op de pier voorzien van gigantische acquariums met diverse soorten krabben en kreeften. Je kunt er een hele krab of kreeft bestellen, maar ook crabcakes en natuurlijk die fameuze soep, clam chowder, die geserveerd wordt in een uitgeholde bol zuurdesembrood. En met een zakje ‘oyster crackers’. Daar is geen oester aan te pas gekomen overigens. Het zijn ronde croutons, die ook qua vorm als je het mij vraagt niet aan een oester doen denken, maar nou ja.
Grof geweld
Temidden van verrassend veel Aziaten storten we ons vol overgave op de lekkernijen. Wat je hier ook bestelt, alles gaat vergezeld van een berg knapperig gefrituurde uienringen, kennelijk de trots van het huis. De lokale Dungeness krab heeft als prettige eigenschap dat hij zeer makkelijk los te peuteren is omdat zijn panster vrij zacht is. Niks geen grof geweld met een notenkraker. Even een krakje en je peutert hem met je vingers zo open. Ach wat is dat lekker. Naast ons op de pier ligt een jong Amerikaans stel languit op de grond bij te komen van een zware zaterdagnacht. Ze eten een lusteloos broodje uit een plastic supermarktverpakking. Die zijn gek!
Dit was aflevering 14 van de eetserie Amerikaanse toestanden. Volgende aflevering: Zweedse mini-pannenkoekjes uit San Francisco.