Een heel kookboek alleen maar gewijd aan madeleines? Gekkenwerk, geheide winkeldochter of hebbeding? Hoeveel mensen in Nederland weten eigenlijk meteen wat een madeleine is, behalve een meisjesnaam? Proustlezers hoef ik natuurlijk niks te vertellen. Die kennen hun pappenheimers. In het begin van de romancyclus A la recherche du temps perdu dipt hoofdpersoon Marcel nietsvermoedend een madeleine in een kopje lindebloesemthee en voilà, ineens is hij jaren terug in de tijd bij zijn tante Leonie waar hij altijd lindebloesemthee kreeg. Snel dipt hij zijn versnapering opnieuw in het kopje, en ja, hoor, daar komen de flarden herinneringen weer. Het effect ebt helaas snel weg, maar de gebeurtenis is aanleiding om er meteen zeven kloeke volumes op los te schrijven. En sindsdien staat de madeleine symbool voor de verloren gewaande herinnering.
Schelpvorm
Genoeg educatie, terug naar de madeleines. Kleine cakejes zijn het, in langwerpige schelpvorm. Versgebakken het lekkerst, en dan liefst in grote hoeveelheden. In het zojuist verschenen kookboekje Madeleines gaat auteur Sandra Mahut (een Française, dat moge duidelijk zijn) helemaal los op madeleine-gebied. Ze is vooral fan van de minimadeleine, ‘dat kokette en bijzondere zusje dat pas echt indruk maakt’. 3 bij 4 centimeter hebben we het dan over. Komt dat even goed uit, daar heb ik bij Fauchon ooit een prachtig knalroze siliconen bakvorm voor gekocht.
Olijfolie?!
Het allereerste recept is een basisrecept, en roept al meteen vraagtekens op. Er gaat ‘kruidenzout’ in (geen idee wat dat is), en twee eetlepels extra vergine olijfolie! Monsieur Proust zou zich omdraaien in z’n graf. Pas later zie ik dat het gaat om de hartige variant. Het ‘gewone’ zoete basisrecept is pas halverwege het boek aan de beurt. Waarin overigens geen gebruinde boter voorkomt, iets waarvan ik me ooit heb laten vertellen dat het echt authentiek zou wezen, maar wat ik eerlijk gezegd zelf ook nooit doe. Wel de tip om het deeg een half uur in de koelkast te laten rusten. Persoonlijke ervaring wijst uit dat de madeleines dan veel mooier rijzen.
Toren
Mevrouw Mahut lijkt vooral van de hartige lijn. De madeleine als borrelhap, zeg maar. Met kaas, met pesto (rode danwel groene), met pistachenootjes, met zalm en dille, met doperwten, met tomaat, ach je kunt het zo gek niet verzinnen of het kan in een madeleine. Ik ben meer de zoetekouw. Gelukkig zijn er ook madeleines met oranjebloesemwater of anijs, met groene Japanse thee (erin, niet erbij), of karamelsnoepjes, met chocolade (allicht), met allerlei soorten fruit en zelfs met wortel. Maar het mooiste is de madeleinetoren op de laatste pagina, vol pastelkleurig glazuur en vrolijke bloemetjes. Ach, tante Leonie had ‘m prachtig gevonden.
Morgen een madeleinerecept uit het boek!
Sandra Mahut, Madeleines, uitgeverij Becht, ISBN 9789023012788, € 9,95