In het kader van de algehele toestand in de wereld is dit natuurlijk klein bier, dat weet ik heus ook wel, maar het is echt weer even tijd om wat kookwekkerfrustraties van me af te schrijven.
Kookwekkers zijn een integraal onderdeel van de wapenuitrusting van de kookboekenschrijver. Ik moet bij recepten altijd precies bijhouden hoe lang iets duurt: hoe lang ben ik bezig met het snijden der groente, hoe lang moet de bechamel sudderen voordat de bloemsmaak eraf is, hoe lang moet dunne vis in de oven, en hoe lang dikke. En niet te vergeten: hoe lang duurt dit recept nu precies in z’n geheel. Meten is weten.
Maar ook is een kookwekker een waarschuwingsmiddel om te zorgen dat de koekjes of speculaasbrokken niet verbranden, de kip niet verpietert, en de meringues niet zwartblakeren terwijl ik intussen alweer bezig ben met iets heel anders. Ook bij het uittesten van recepten zijn ze van belang: geef de kokosmakronen eerst maar eens 10 minuten, dan kijken we daarna of ze nog langer moeten. (Nee, niet bij kleintjes, zo blijkt. Weten we dat ook weer.)
Bij het maken van recepten luistert het nauw. Alles moet je bij houden. Zie in dit verband ook de noodzaak van een weegschaal, een maatbeker en een liniaal. Maar die zijn stukken minder lastig in het gebruik dan kookwekkers. Met een liniaal heb je nooit problemen. Een maatbeker met kuren heb ik nog nimmer meegemaakt. Weegschalen zijn trouw als een hond. Maar kookwekkers? Breek me de bek niet open. Ze begeven het namelijk om de haverklap. Analoge draaigevallen (type ‘ei’) hebben de onhebbelijke gewoonte om zeer onaccuraat de tijd aan te geven. Een kwartier of 18 minuten? Pff, wat maakt het uit, zie je zo’n ei denken. Maar voor mijn soufflé maakt het wel degelijk verschil. Ook zijn ze onmogelijk in te zetten voor korte bereidingstijden, zoals als je anderhalve minuut iets wilt pocheren: alles onder de 5 minuten is zo’n beetje hetzelfde, bij zo’n ding. En als je ze ooit één keer hebt laten vallen, kun je het schudden, zoals deze deftige rode, die ik helaas naar het kerkhof heb moeten dragen:
Ik heb er nu eentje met ook een afleesvenstertje aan de bovenkant.
Geen idee waar het voor dient, hij staat op de afzuigkap, dus ik zie hem nooit van boven.
Een digitale dan maar? Het nadeel is dat hinderlijke bliep-bliep-bliep dat niet ophoudt. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dat tevens het voordeel is: je kunt niet denken ‘oh, prima, ik ga zo even kijken bij de oven’ en vervolgens verdiep je je weer in de krant, met een gortdroge cake als eindresultaat. Nee, je móet van de bank af, de bliep uitzetten en in de oven kijken.
Na aanvankelijk enthousiasme gaat er bij digitale kookwekkers echter al snel de klad in. Zo heeft deze een lamme startknop. Hij gaat vaak niet aan als je hem hebt ingedrukt, dus dan denk je dat alles onder controle is, maar als je na verloop van tijd (zeg, wat duurt dat eigenlijk lang!) toch maar weer eens gaat kijken bij het fornuis, staat de meter nog steeds heel onschuldig op de vooraf ingestelde 15 minuten. Levensgevaarlijk.
Deze dan, van Brabantia? Ik werd verleid door dat fraaie rood, maar het is ronduit een onding. Je moet met de hand draaien tot je het gewenste aantal minuten te pakken hebt, maar voor 10 minuten draai je je al snel het ongans. Een stoofpannetje dat 45 minuten op moet? Geen beginnen aan. Ook een nadeel: als je hem uitzet, zie je niet meer waar je hem op had ingesteld. Voor receptontwikkeling is dat van belang: heeft het nou 10 of 15 minuten staan pruttelen? En nog zoiets geks: als hij klaar is met aftellen, gaat hij vanzelf weer optellen. De logica daarvan heb ik nog niet weten te doorgronden.
Voor de zekerheid heb ik intussen 5 kookwekkers staan danwel hangen, die ik vaak allemaal tegelijk gebruik. Het is een manmoedige poging tot bezwering van de dagelijkse chaos. En weet je wat, ik heb er gewoon weer een nieuwe bij gekocht. Daar is alle hoop nu op gevestigd.