De mens is een gewoontedier. Althans, laat ik voor mezelf spreken. Al lijken er in mij niet één maar twee gewoontedieren te huizen. Ik verdeel mijn tijd tussen Amsterdam en Normandië, en daar heb ik intussen compleet andere gewoontes ontwikkeld. Ontbijt ik in Amsterdam steevast met een bruine boterham met pure hagelslag, geen haar op m’n hoofd om hagelslag mee te nemen naar Frankrijk. Daar ontbijt ik met wit stokbrood (une tradition) met ter plaatse zelfgemaakte jam. Die potten blijven in Amsterdam ongeopend in de kast staan, dus verhuis ik ze maar weer mee terug naar Frankrijk. Daar zijn ze zó op.
Zo’n stokbroodje is ook heerlijk met een dikke laag zoute boter, met van die knisperende zoutkristallen erin, en dan ham plus wat kleine zure augurkjes. Maar dacht u dat ik in Amsterdam ooit ham eet? Mais non. Waarom niet? Geen idee.
Op zaterdag ga ik meestal naar de markt in Neufchâtel, en vaak koop ik dan een geroosterd kippetje van het spit, graag met extra veel bijbehorende uienjus s’il vous plaît. Mijn Mokumse slager om de hoek heeft ook een kippengrill op de stoep, maar daar heb ik nou nog nooit een kip gekocht.
Nog zoiets. In Frankrijk ben ik zoveel mogelijk buiten, ook als er geen zon is. Zolang het niet regent, wordt er buiten koffie gedronken, gegeten en geborreld. Op mijn heerlijke Amsterdamse balkon ga ik daarentegen met grijs weer echt niet buiten zitten. Of neem nou dat borrelen.
In Frankrijk geniet ik elke dag van een aperitief met een kleine versnapering erbij, en bij elk diner is er wijn. Natuurlijk ben ik in Amsterdam ook wel eens aan de drank, maar doorgaans niet op een gewone doordeweekse dag. En borrelen doe ik vooral als er iemand komt eten.
Andere plek, andere gewoontes.
Is dat erg? Welnee, ik koester mijn twee verschillende levens, met dito gewoontes. Maar deze salade, in Frankrijk gemaakt met bieten en bramen uit eigen tuin, smaakt me in Amsterdam met spul van de groenteboer net zo goed.
RECEPT Bieten-bramensalade
Nodig voor 4 personen:
4 rauwe rode bietjes (400 g)
125 g bramen
2 stronkjes roodlof
75 g rucola
1 rode ui
100 g zachte geitenkaas
50 g walnoten
1 eetl rode-wijnazijn
Dressing:
4 eetl walnootolie
2 eetl balsamicoazijn
1 eetl rodewijnazijn
1 theel dijonmosterd
zout & peper uit de molen
Was de bieten, maar schil ze niet. Wikkel per stuk in aluminiumfolie en leg 1 uur in de oven op 200 °C. Prik met een satéprikker. Nog hard? 15 minuten langer.
Snij intussen de ui in dunne halve plakjes, hussel om in een kommetje met 1 eetl rodewijnazijn en wat zout. Zet apart. Laat de gare bietjes iets afkoelen. Verwijder de schil en snij in partjes. Snij de roodlofblaadjes los en doe samen met de bietjes en rucola in een grote kom. Klop een dressing van alle ingrediënten. Proef! Hussel door de salade. Verdeel over een grote schaal. Strooi de bramen erover, plus de verbrokkelde geitenkaas en walnoten.
TIPS:
* Voor die bieten zet ik nooit speciaal de oven aan, ik gooi ze ergens onderin of in een hoekje van de oven terwijl ik iets anders bereid. Dat kan prima.
* Heb je weinig tijd? Schil dan de bieten en snij ze in partjes (was je handen!), hussel ze dan om met zout, peper en olijfolie en verspreid over een met bakpapier beklede bakplaat (was weer je handen). Dan is een half uurtje in de oven vaak ruim voldoende.
* Geen roodlof? Witlof kan natuurlijk ook. Of weglaten.
* Met een blik linzen erbij wordt het een vullende maaltijdsalade.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
NIEUW BAKBOEK
Nu overal in de winkel, mijn nieuwe bakboek De Zoete Oven. Met 99 foolproof zoete recepten om gelukkig van te worden. Bestel hier bij mij een gesigneerd exemplaar voor jezelf of voor iemand anders om cadeau te geven.