Ook zoiets exotisch wat je gewoon kunt kopen bij de toko om de hoek, als je althans niet helemaal in onherbergzaam oost-Groningen woont, zijn loempiavellen. Je hebt loempiavellen-om-te-frituren, die liggen meestal in de vriezer, maar je hebt ook loempiavellen-om-rauw-te-gebruiken. Deze ronde rijstvellen met licht ribbeltjesmotief koop je in gedroogde stapeltjes van zo’n 20 stuks per zakje. Banh trang que huong heten ze naar verluidt in het Vietnamees, waarbij ik de accenten even in het midden laat, en de uitspraak al helemaal. Galettes de riz in het Frans, Spring roll skin in het Engels. Als je de vellen onderdompelt in water gebeurt er aanvankelijk niets, maar zodra het loempiavel van de schrik is bekomen, wordt hij in een keer helemaal zacht en week. En dat is het moment om er fluks een vulling in te gaan rollen, die er vervolgens prachtig subtiel doorheen schijnt. Bijvoorbeeld in deze blote loempiaatjes.