Gasten en vis blijven drie dagen fris. Maar ik zat mooi 10 dagen opgescheept met mijn logé Herman, zoals ik al eerder schreef. U weet wel, Herman het vriendschapsbrood. We noemden hem al liefkozend Hermannchen, waarschijnlijk omdat er tijdens de kerstvakantie weer eens een Heimat-serie van Edgar Reitz op het menu stond (ik ben niet van de straat, dat u ‘t maar weet). Gisteren was eindelijk de grote slotdag. Na 10 dagen roeren mocht Hermannchen de oven in. Helaas had ik in mijn overmoed (ach ja, Herman en ik, we go immers way back?)de instructies toch niet goed gelezen want op dag 9 had ik ook nog van alles moeten toevoegen aan melk en bloem, maar dat was er dus bij ingeschoten. En nog een dag wachten met bakken? Neen, dat was geen optie. Wat moet ik nou op maandagochtend met een ganse cake?
Improviseren
Derhalve fluks geïmproviseerd met hoeveelheden toe te voegen bloem, eieren, appel, abrikozen en gemengde noten (mooi! meteen alle halfslachtige restjes hazel-, pistache-, wal- en pecannoten uit het keukenkastje kwijt). En ook meteen mijn nieuwe cadeautje ingewijd: een rode hartvormige siliconenbakvorm. Volgens de instructies moest ‘ie 70 minuten in de oven, maar ik vond het na 50 minuten welletjes. Tot zover alles onder controle.
Gebroken hart
Alleen wilde Hermannchen vervolgens met geen mogelijkheid afscheid nemen. Alle siliconenbeloftes ten spijt plakte hij hardnekkig vast aan de bodem. Hij is er uiteindelijk wel uitgekomen, maar vraag niet hoe. En daar zit je dan met al je goede, vriendschappelijke bedoelingen: met een gebroken hart. Maar lekker was ‘ie wel.