‘Er is altijd wel een reden om een taart te bakken’ lees ik op de achterkant van het nieuwe boekje Taartjes. Da’s een waarheid als een koe. Druilerig weer? Onduidelijk onbehagen? Ludduvuduh? Of gewoon aanstaande visite? Een taart bakken doet wonderen. Heus. De helft van het boek bestaat uit hartige taarten, de andere helft uit zoet baksel.
Deeg maken
Het boek begint met drie recepten van basisdeeg: zanddeeg, (snel) bladerdeeg en kruimeldeeg. Dat laatste is verwarrend, want ik denk dan meteen aan de kruimels van een crumble, maar aan de bol deeg op de foto te zien gaat het niet om kruimels, maar om een kennelijk wat los deeg. Maar ook kant-en-klaardeeg komt aan de orde, zoals bladerdeeg uit de vriezer, filodeeg en brickdeeg. Dat laatste is een wat steviger (lees: minder breekbaar) soort filodeeg, maar ik ben het in een Nederlandse supermarkt overigens nog nooit tegengekomen, helaas.
Wagenwiel van prei
Bij hartige taarten denk je al snel aan onze onverbetelijke Hollandse neiging om meteen de hele overtollige groentela erin te foezelen, maar niet in dit van oorsprong Franse boekje. Hier is de preitaart een elegant bakwerk waarbij de preibladeren als een soort wagenwiel de bovenkant decoreren. Verder veel simpele taarten met slechts één of twee hoofdingrediënten. Courgettes, tomaten, uien, geitenkaas, dat werk.
De zoete taarten spreken het meest tot de verbeelding. Amaretto-perziktaart, witte chocoladetaart, bramentaart met bonenkruid (apart!), frambozen-rozentaart, mmmmm. Ik ga de oven vast aanzetten geloof ik.
Delphine de Montalier, Taartjes – zoet en hartig, uitgeverij Becht, € 11,00