Marije Vogelzang timmert al 9 jaar flink internationaal aan de weg met haar combinaties van eten en ontwerpen. Ze noemt zichzelf nadrukkelijk geen food designer maar een eating designer. Food is namelijk al gedesigned door de natuur, wat valt daar nog aan toe te voegen? Bovendien ligt de nadruk dan zo op pure esthetiek, en Vogelzang is juist meer geïnteresseerd in het proces van eten, ‘het werkwoord eten’, zoals ze het zelf noemt. Afgelopen vrijdag verscheen haar boek Eat love. Geen kookboek, maar een blik in een wondere wereld.
Wiebelige tekeningen
Het boek is dan ook niet verschenen bij een kookboekenuitgeverij maar bij designspecialist Bis Publishers, en lijkt veel meer op een kunstboek. Jaloersmakend prachtig uitgevoerd op mooi papier waarbij de kloeke vormgeving fraai samensmelt met de karakteristieke wiebelige pentekeningen van Vogelzang zelf, die vaak voorzien zijn van grappige opmerkingen. Allemaal in het Engels, want ‘er is minstens zoveel interesse uit het buitenland als hier’.
Wiegende vorken in de wind
Onderverdeeld in 8 hoofdstukken met titels als ‘Psychology’, ‘Nature’ of ‘Society’ komen zo’n beetje alle projecten van de afgelopen negen jaar voorbij. Een paar herkende ik, zoals Roots Laboratory met de in klei verpakte knolgroenten die ik afgelopen zomer at in haar restaurant Proef in Amsterdam, net als de beeldschone hapjes op wiegende vorken in de wind. Maar verreweg de meeste projecten kende ik niet, en vol verwondering bladerde ik er doorheen. Ik had overal wel bij willen zijn! Van de levensgrote ‘man met ham’ tot het diner achter een laken.
Eetbaar tafelkleed
Het boek valt overigens wel meteen met de deur in huis midden in een project, pas op bladzijde 22 is er ineens een introductie over Vogelzang. De chronologie van het boek is niet altijd even duidelijk, jaartallen lopen door elkaar en waarom een project in het ene hoofdstuk is gezet en niet in het andere lijkt soms een tikje arbitrair. Ook is er nergens een recept te bekennen, dus zelf aan de slag, ho maar. Maar is dat erg? Welnee. Dit is een blader-en-nadenk-boek waar je nooit meer mee ophoudt. Al is het soms licht frustrerend dat op de foto’s niet altijd goed te zien is wat het nu is, zeker als er ook geen toelichting bij staat. Het project Balls bijvoorbeeld: kennelijk iets met balletjes die je zelf ergens doorheen moest rollen en ergens in moest dippen? Of dat intrigerende eetbare tafelkleed? Of die mensen die allemaal op barkrukken eten uit bruine kartonnen dozen? Het blijft allemaal een beetje mysterieus. En dat was vast nog de bedoeling ook.
Intrigerende vragen
Vogelzang is geen kok (‘It is not my aim to be even more culinary than, say, Delia Smith’) en ze doet liever niet aan eten op borden, die schitteren namelijk meestal door afwezigheid. Ze is ook al geen cateraar voor woeste dingen. Voor giga taarten, jongleren met messen en exploderende snacks moet je niet de firma Vogelzang in huis halen. Wel voor intrigerende vragen. ‘Waarom eten Nederlanders cake na een begrafenis?’, ‘Waarom verkopen de supermarkten maar één soort komkommer?’ of ‘Waarom houden we niet van blauwe tomaten?’. Maar ook persoonlijke ontboezemingen als ‘Waarom vind ik het idee van insecten eten afstotend, terwijl ik wel van garnalen hou?’. En met vragen als ‘Heb je ooit gegeten op een schommel?’, ‘Wat at je toen je voor het eerst verliefd werd?’ en ‘Met wie loopt het op ruzie uit als je samen kookt?’ wordt de lezer helemaal rechtstreeks aangesproken en aan het denken gezet.
Marije Vogelzang, Eat love, uitgeverij Bis Publishers, € 39, ISBN 9789063692001