Vakantie is leuk, thuiskomen soms wat minder. Behalve als je een koffer vol lekkere dingen mee hebt terug gesleept. Dat maakt de vakantieheimwee meteen een stuk draaglijker. Wat neemt een mens voor eetbare heerlijkheden mee uit Frankrijk?
In willekeurige volgorde:
- mayonaise (veel smakelijker, en vooral minder zoet dan die bij ons),
- mosterd (eentje met honing, om te proberen),
- supersnelkookcouscous (met kruiden, en alleen al dat ‘parfumé aux épices du monde’ klinkt très vakantieachtig),
- borrelzoutjes (ik heb een zwak voor de minipizzaatjes van Belin),
- koekjes (palmiers, die knapperige gedraaide bladerdeegvlinders, geen idee eigenlijk waarom het ‘palmbomen’ heten),
- lange vingers (maar dan wel bijzondere: roze uit Reims),
- blikjes tonijn (verantwoorde albacore dan hè?),
- zout uit Guérande (zowel grof zeezout als het knisperende delizout fleur de sel),
- augurkjes (ik zeg het nog maar eens: geen koelkast is compleet zonder een pot lekker zure cornichonnetjes!),
- geleisuiker (voor de jammaakaanvallen – zelfs eentje voor jam in 5 minuten zonder koken! dat moeten we uitproberen natuurlijk!),
- confit de canard (knapperig opwarmen in de oven, en aardappels bakken in het overgebleven vet),
- vanillestokjes (niet van die treurige verdroogde minigevalletjes, maar lange soepele vol geur en smaak)
- zakjes vanillesuiker (en dan niet met kunstmatig aroma maar met échte vanille!),
- amandelpoeder (om de heerlijkste taarten mee te bakken),
- en vooruit: koffie (niet dat ik dat ooit drink, noodgevallen als lange Wagneropera’s uitgezonderd, maar de man van mijn leven is er dol op)