Ik dacht, ik probeer het weer eens. Een kookprogramma op de Nederlandse televisie. Ach ja, doe eens gek! Al verschillende keren was ik langsgezapt bij Over de kook op RTL met Robert Kranenborg, maar blijven hangen lukte maar niet. Nu ging ik er echt eens voor zitten. Ach en wee. Die arme meneer Kranenborg. Ooit was er een moment dat hij nog maar één droom had: die derde ster. En nu staat hij zijn talent te vergooien aan hopeloze amateurs die denken dat ze restaurantje kunnen spelen.
Vijf amateurkoks
Even voor degenen die het programma niet kennen: in Over de kook zijn vijf amateurkoks een week lang aan het werk in een tv-restaurantje. Elke avond hebben ze een andere rol, die varieert van het produceren van voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht of toetje, of een avondje in de bediening onder leiding van manmoedig vrolijke dochter Priscilla Kranenborg. Ze zijn allemaal in het wit en hun rol staat in grote letters op hun buis en mutsje geborduurd.
Wegzappen met wortel
In het restaurant zit een twintigtal gasten die – leuk! we komen op tv! – af en toe iets mogen zeggen en rapportcijfers mogen geven op een lijstje. De koks hebben kennelijk zelf de gerechten mogen verzinnen, zonder uitzondering thuistoppertjes. Je ziet ze zelfs nog even in hun eigen keuken aan de slag met hun creatie, en er vliegt nog een bordje met het eindresultaat voorbij, maar het is commerciële televisie, dus het moet vooral allemaal snel, snel, snel. Stel je voor dat er een keer een wortel in beeld komt, dan gaat iedereen meteen wegzappen! Nee hoor jongens, roept de regisseur kennelijk, zo min mogelijk eten in beeld, denk erom!
Tapenade met pitten
De brigade ploetert op z’n ongare bladerdeegfrutsels, klonterige camembertsoep en overgare pasta en roept te pas en te onpas in koor “ja chef!”, want dat is namelijk net echt, dat doen ze bij Gordon Ramsay ook altijd. De keuze van de kandidaten is niet helemaal duidelijk. Echte kookliefhebbers zijn het zelden. Willen ze gewoon graag met hun hoofd op televisie? Robert Kranenborg ijsbeert door de keuken en geeft hier en daar commentaar in de vorm van losse flodders. Een jongen maakt tapenade. “Tegenvaller nummer 1, ze zijn niet pitloos”. Een béétje chef wil niet eens werken met industrieel ontpitte olijven, maar goed. Kranenborg vertelt zowaar nog (stukje educatie!) dat het pas tapenade mag heten als er kappertjes (‘tapena’) inzitten. “Maar er zitten toch pitten in?” vraagt de jongeman. Zucht.
Zwierige lok
“Heb jij je lamsbout nog niet uit de koeling gehaald dan?” Robert kan het volgens de commentator niet aanzien, maar toch verdwijnt de ijskoude lamsbout hup de oven in. Het gaat namelijk niet om goede kooktechnieken, dit is a-mu-se-ment. Nog zoiets: waarom moet de commentator in dit soort programma’s altijd zo schreeuwen? Kranenborg neemt maar weer eens een hapje:”“Dit is te zoet. Je proeft het aan alle kanten, brrr.” Arme meneer Kranenborg. Hij haalt nog maar eens een hand door zijn zwierige lok. “Ik wil raffinement in jullie gerechten!”
“Ja chef!”
Over de kook, elke dag om 19.30 op RTL