Het staat zo vaak in een recept, zeker in deze sudderdagen, ‘voeg een laurierblaadje toe’. Dat komt goed uit, vriendin H. heeft een struik laurier die meters per jaar groeit, en die wil alsmaar van haar takken af. Laatst kreeg ik weer een ferme stronk cadeau. Eigenlijk is een laurier geen struik, maar een boom, de Laurus nobilis. Vandaar die groeidrang waarschijnlijk. Gek genoeg familie van de kaneel, de avocado en zelfs de sassafras. Geen idee hoe die laatste eruitziet danwel smaakt, maar ah, hij klinkt altijd zo sprookjesachtig!
Dobberen
Wat doe je met een laurierblaadje? Hij gaat vaak in het ‘bouquet garni’, een gebonden bundeltje kruiden. Maar ook los dobbert hij graag rond in soepen, bouillons en stoofpotjes. Lekker in marinades en bij vis. Ik heb er afgelopen kerst zelfs mijn kalkoen mee gepekeld. En er schijnen mensen te zijn die aardappels koken met laurier erin, hmm, toch eens proberen. De blaadjes altijd in z’n geheel gebruiken, dan zijn ze er weer makkelijk uit te vissen, want opeten doen we voor zover ik weet nooit.
Gedroogd of vers
De meeste recepten gaan uit van gedroogde laurierblaadjes, maar die worden snel nogal muffig. Liever niet jaren en jaren bewaren in de keukenla dus. Verse laurier is veel krachtiger, maar ja, niet iedereen heeft een laurierstruik in de tuin. Hoewel ze het trouwens ook reuze decoratief doen in een pot. Of doe zoals ik: neem een vriendin met een laurierstruik en bewaar de blaadjes los in een bakje in de koelkast, dan blijven ze verrassend lang vers. En niet te vergeten: eet meer gerechten met laurier!