Jaren geleden, toen ik studeerde in Parijs, werd ik tijdens het jachtseizoen door een chique Parijse vriendin uitgenodigd voor een weekend in het familiebuitenhuis in Normandië. Dat bleek een immens manoir met dito landerijen eromheen plus drie schuren vol koetsen, zijnde de hobby van de heer des huizes. Met zo’n koets en wat geleende paarden vertrokken we ‘s ochtends vroeg het bos in, waar op een open plek een mis plaatsvond temidden van jagers in feestelijk ornaat en een veelvoud aan nerveuze kleine hondjes. Ergens scheen ook een everzwijn te zijn. Die heb ik gelukkig niet hoeven zien.
Terwijl de ‘chasse à courre’ begon die de hele verdere dag zou duren, reden wij terug naar het landhuis, samen met een mopperende oudtante die het onbegrijpelijk vond dat er mensen per rijtuig waren gekomen zónder handschoenen. Een faux-pas zit in een klein hoekje. Thuis wachtte een door de kokkin bereide copieuze lunch met wildgebraad. Niet met everzwijn, wel met jachtsaus.
Wat zit er eigenlijk in jachtsaus? Paddestoelen, in ieder geval, en sjalotjes en wijn. Nee, geen gistextract, aroma, johannesbroodpitmeel, gerstemoutextract en maltodextrine, dat is de Knorr-versie uit een zakje. Die van mij is ietsje anders.
Uit een pakje: Knorr jachtsaus
Inhoud: Tarwebloem, gemodificeerd maïszetmeel, champignon 12%, zout, plantaardig vet, gistextract, tomatenpuree, aroma (bevat tarwe), ui 2%, suiker, johannesbroodpitmeel, gerstemoutextract, maltodextrine, gebrande suikerstroop, knoflook, kerrie, piment, witte peper, laurierblad, melkweipoeder, rode wijnextract (bevat sulfiet), kleurstof: paprika-extract, oregano, peterselie, basilicum, wijnsteenzuur, eekhoorntjesbrood.
Zelf maken? Moeilijk is het niet, wel moet de saus tweemaal inkoken, dus een beetje geduld strekt tot aanbeveling. Het recept is intussen opgenomen in mijn kookboek Zonder pakjes & Zakjes 2, en natuurlijk staat het ook in de dubbeldikke verzamelbundel Het grote zónder pakjes & zakjes kookboek. Verkrijgbaar in de boekhandel of te bestellen via deze website.