Even een moment voor mezelf met mijn sinds kort favoriete koekje aller tijden. Nu ja, fabriekskoekje dan, mijn eigen zelfgebakken koekjes zijn uiteraard hors concours.
Welk koekje is dat dan wel niet? De cashew-sinaasappelkoekjes van Jules Destrooper. Ken je die niet? Nee, dat kan kloppen, die verkopen ze niet in Nederland, wij moeten het in hier doen met het curieus benaamde ‘amandelbrood’ (niks geen brood maar flinterdunne speculaas) en boterwafeltjes.
Ook heerlijk, daar niet van, maar laatst was ik in hun Belgische fabriek en proefde ik welke ze koekjes ze nog meer maken. Kaneelkoekjes in een jasje van chocola, flinterdunne appelkoekjes en gemberkoekjes, amandelflorentines, Parijse wafels en elegant kleine kletskopjes en nog zo wat meer. Gelukkig kreeg ik een doos met het complete assortiment mee naar huis, maar daar ben ik nu toch echt bijna doorheen gegeten.
Mijn hoop leefde op toen er laatst een persbericht in de bus viel: ‘West-vlaamse koekjesbakker komt Nederland verwennen!’ Maar nee. Het ging weer alleen over dat amandelbrood en die boterwafeltjes, die al sinds jaar en dag in ons land verkrijgbaar zijn, geen woord over die andere lekkernijen. ‘Het was overdrachtelijk bedoeld’ haast de tekstschrijver zich desgevraagd te verklaren, ‘de bedoeling is dat meneer Destrooper zelf wat actiever gaat worden in Nederland, zijn verhaal komt vertellen en zijn koekjes gaat laten proeven.’ Nu, ik wacht vol spanning af terwijl ik gelukzalig maar vol spijt mijn aller-, allerlaatste cashew-sinaasappelkoekje savoureer. Krak!