Bonen moeten zwemmen, heb ik geleerd. Niet in wijn, maar in olie. Elke boon fleurt onmiddellijk op van een ferme plens. Italianen weten dat als geen ander. Dát zijn pas bonenpeuzelaars. Maar kale bonen, daar doen ze niet aan, die zijn flauw en saai. Neen, een mooie scheut extra vergine erover, en dan valt zelfs de grootste bonenhater of – veel frequenter – bonenonverschillige (‘mwah bonen, niks an’) voor de bijl. Eh, boon.
Het is dezer weken Peulenparade, zoals ik gisteren al vermeldde. We gaan eens supermakkelijk beginnen met een bonenrecept waar echt niks mis mee kan gaan. Doodeenvoudig te bereiden, ziet er fleurig uit omdat er behalve bonen ook oranje wortel en groene basilicum en roodbruine Parmaham doorheen gaan. En welke bonen? Dat kun je zelf bepalen. Ik koop meestal wat de Turk in blik heeft, zoals borlottiboontjes of (grotere) limabonen. Maar zelf gedroogde bonen weken en koken is ook heel lekker, en heus niet zo ingewikkeld.
Enfin, genoeg gesproken. Hier staat het recept van de Italiaanse bonensalade met Parmaham, wortel en basilicum. En olie dus. De lekkerste olie die je hebt.