Vaste prik vroeger bij ijs: mijn vader die met brede grijns ‘Warm aanbevolen!’ sprak. Tot gekmakens van mijn broer en mij. En dat terwijl dat echte beroemde warme ijs nooit op tafel kwam, de Baked Alaska. Fransen noemen hem ‘Omelette sibérienne’ of ‘Omelette norvégienne’, want kennelijk zijn Alaska, Siberië en Noorwegen allemaal één koude pot nat. Gemene deler is dat koud ijs dik zit ingepakt met cake en een laag eiwitschuim dat in de oven of onder de grill verhit wordt. Wie in de jaren zeventig helemaal spectaculair uit de hoek wilde komen, serveerde het geheel met brandende sterke drank in halve eierschalen bovenop. Zoveel poespas hoeft van mij niet. Daarentegen is die van mij niet saai traditioneel rechthoekig maar rond en met maar liefst drie smaken en kleuren ijs erin verstopt. Maak gerust uw eigen combinatie (denk: chocola-citroen-aardbei, kokos-ananas-vanille, koffie-sinaasappel-pistache, et cetera) maar onthoud: hoe beter de kwaliteit ijs, hoe lekkerder. Het beste nieuws is dat u dit recept dagen of zelfs weken van tevoren kunt maken, sterker nog, dat verdient zelfs de voorkeur zodat het ijs goed ijs- en ijskoud is. Zelfs het eiwitschuim kunt u er van tevoren opdoen, mits u genoeg ruimte heeft in de vriezer. Alleen het bakken gebeurt op het allerlaatste moment en dan slechts een paar minuten. Dit jaar ga ik hem serveren op ons eigen familiekerstdiner. Ik verkneukel me nu al op de reactie van mijn vader en de onderlinge grinnik van verstandhouding met mijn broer.
Nodig voor 8-10 personen:
Bodem:
125 g zelfrijzend bakmeel
125 g boter (kamertemperatuur)
125 g suiker
2 eieren
2 eetl cacaopoeder
snufje zout
wat extra boter en meel voor de vorm
Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet een metalen springvorm (Ø 23-24 cm) in met boter en bepoeder met wat meel. Klop de boter en suiker met de mixer romig. Mix de eieren erdoor. Zeef bakmeel, cacao en snufje zout erboven, klop kort en grondig door elkaar. Giet/schep in de springvorm. Bak gaar in 10-15 minuten. Laat afkoelen, verwijder de springvorm en steek met behulp van de ronde ijsschaal (zie verderop) op maat.
Vulling:
1000 ml chocoladeijs
750 ml vanilleijs
250 ml frambozensorbetijs
Laat het ijs iets zacht worden (maar niet smelten!). Bekleed een ronde glazen schaal (Ø 20 cm, 1½ liter) met twee lagen overhangend plasticfolie. Doe het chocoladeijs erin en duw tot een egaal dikke laag. Zet een kwartier terug in de vriezer. Nu het vanilleijs erin en aanduwen, maar laat een gat over voor het frambozenijs, dat er als laatste in gaat. Duw de cakeplak erop, dek af met folie en bewaar in de vriezer.
Meringue:
3 grote eiwitten (dooiers worden niet gebruikt)
150 g witte basterdsuiker
snufje zout
Klop de ochtend van het diner met de mixer de eiwitten in een vetvrije schone kom met een snufje zout tot zachte pieken. Strooi geleidelijk de suiker erbij en blijf doorkloppen tot stijve, glanzende pieken. Haal de ijsschaal uit de vriezer, plaats met de cake naar beneden op de grote platte bodem van die springvorm van eerder en verwijder kom en folie. Schep snel het eiwitschuim erover in een dikke laag. Maak met een vork sierlijke plukjes. Zet terug in de vriezer.
Laatste moment:
Verwarm de oven goed voor op 250 °C. Haal de ijstaart uit de vriezer, zet op het rooster in het midden van de oven, blijf erbij en bak 1-2 minuten tot de meringue goudbruine toefjes heeft. Schuif voorzichtig op een schaal en serveer onmiddellijk.
Tips:
- De cake is gaar als een satéprikker er droog uitkomt.
- Neem een springvorm die een paar centimeter groter is dan de bolvorm. Zo is er ruimte voor die uitstekende eiwitpieken en heeft u bovendien een stevige, vastbakbare bodem die zowel in vriezer als oven kan. En die afgesneden restjes cake peuzelt u natuurlijk gewoon op.