We zitten midden in de Nationale Week zonder Vlees, maar het lijkt intussen eerder de Week mét Vleesvervanger. Alle grote supermarkten en producenten springen er happig op in en de aanbiedingen vliegen je om de oren voor sojaburgers, nepreepjes, kipstuckjes en fake gehackt.
En het was nog wel zo’n prijzenswaardig initiatief om iedereen, ook de hardcore carnivoren, aan te sporen tot eens een weekje anders-dan-anders. Even geen gehaktballen en karbonaadjes, maar eens wat verder kijken dan je bord lang is. Goed voor mens, dier, milieu en planeet. En niet te vergeten voor wat broodnodige nieuwe inspiratie voor de dagelijkse maaltijd.
Maar met het promoten van prei en kikkererwten valt kennelijk niet genoeg te verdienen. Wel aan het alsmaar uitdijende schap van industriële vleesvervangers. Dat is namelijk booming business: de ingrediënten zijn goedkoop, de consumentenprijs juist hoog. En dan zijn er ook nog allerlei behulpzame instanties die alsmaar blijven zeggen dat de makkelijkste manier om minder vlees te eten is om het vlees simpelweg te vervangen door ‘vegetarisch vlees’. De keuze is immers reuze?
Dus nu zitten we massaal opgeschept met het even hardnekkige als idiote idee dat er maar twee mogelijkheden zijn: óf je eet vlees (en je verdedigt te vuur en te zwaard je recht op biefstuk en blinde vink) óf je eet industriële vleesvervangers in de vorm van stuckjes, flapjes en burgertjes.Wat is daar erg aan?
Er is intussen overtuigend wetenschappelijk aangetoond dat zwaar bewerkt voedsel de grote oorzaak is van de wereldwijde obesitasepidemie. Van al dat knutselvoer word je ziek en dik. Pakjes en zakjes, al die poedermixen bestaande uit zout, suiker, zetmeel en een snufje specerijen kun je maar beter vermijden. Maar kijk ook eens naar het fenomeen vleesvervanger. Een razendknap fabricaat van gerehydrateerde sojastructuur, verdikkingsmiddel, zetmeel, zout, maltodextrine, olie, aroma extra vitamine B12 voor een gezond imago. Zwaar bewerkt knutselvoer in optima forma. Bovendien benadrukte de Consumentenbond recent maar weer eens dat veruit de meeste vleesvervangers nog altijd te veel zout en verzadigd vet bevatten.
Kortom: vleesvervangers zijn een misverstand. Pardon: industriële vleesvervangers. Want er zijn genoeg vleesvervangers voorhanden, maar dan gewoon bij groenteboer en supermarkt. In de vorm van groenten, peulvruchten (bonen, linzen, kikkererwten, edamame!), paddenstoelen, granen, noten en zaden. Zelfs een ei is al een puike vleesvervanger. En je hoeft ook al niet bang te zijn dat je zonder vlees een tekort aan eiwitten oploopt, want in Nederland krijgen we daar juist eerder te veel van binnen dan te weinig.Alleen, als je al dat knutselvoer dus links laat liggen, wat eet je dan?
Heel simpel, dat leg ik je bijvoorbeeld uit in mijn kookboek Vega zónder pakjes & zakjes. Een boek waarin de vleesvervanger schittert door afwezigheid, want die heb je helemaal niet nodig voor mijn 115 lekkere recepten voor elke dag. Funfact: de helft van de recepten is bovendien vegan, dus geheel plantaardig.
Sterker nog: het blijkt het best verkochte vegetarische kookboek te zijn van 2022. Intussen gingen er 20.000 boeken over de toonbank, en de vijfde druk komt eraan.
Want als je geen pakjes & zakjes wilt, waarom zou je dan je toevlucht nemen tot knutselvoer? Sterker nog, waarom zou je één week lang moeilijk doen met knutselvoer, als je veel beter het hele jaar door eens wat vaker een dagje zonder vlees kunt doen? Makkelijk zat en nog lekker ook.
Meer lezen:
* Mijn pleidooi in Trouw tegen knutselvoer
* Wat is er eigenlijk mis met pakjes & zakjes?