De titel Lekker vies van het onlangs verschenen boek van Klaartje Scheepers zet je al meteen op het verkeerde been, want daar gaat het boek eigenlijk niet zozeer over. Of nu ja, een beetje. Wat we vies vinden zegt iets over wie wij zijn. Dat maakt het volgens de schrijfster dan ook interessant om ons grillige eetpatroon te bestuderen. Ze wilde achterhalen waarom we bijvoorbeeld maar dol zijn op gamba’s, maar gruwelen van gefrituurde sprinkhanen. En waarom knoflook intussen alom geliefd is, terwijl we nog niet zo lang geleden juist klaagden over die rare etensgeuren in het portiek met allemaal nieuwe buren. Daar gaan verhalen achter schuil die over veel meer gaan dan alleen lekker of vies. Daar ging ze in dit boek naar op zoek. Het begint al met onze volksaard. We zijn trots op Rembrandt, Rietveld en onze strijd tegen het water, maar liefde voor de vaderlandse keuken, ho maar. ‘Wij zijn de culinaire klungels, de miezers, een volk van stampers en prakkers,’ schrijft Scheepers. ‘Een volk dat zich schoorvoetend met zijn kaas en haring durft te vertonen, of hooguit zijn bitterballen aanprijst. Drop delen we uit als malle curiositeit om buitenlanders te plagen. Maar verder? Andijviestamppot als nationale dis, daar schamen we ons eigenlijk voor.’ Waarna ze vervolgens haarfijn uitlegt dat de perfecte andijviestamppot feitelijk hogere culinaire kunst is, want idealiter zit de bladgroente erdoorheen in verschillende stadia van garing.
In 54 hoofdstukken meandert ze vervolgens langs evenzovele ingrediënten en gerechten. Het gaat over de oerknal, orgaanvlees, oesters en onbeperkt spareribs eten. Over Maggi, moedermelk en het mondgevoel van een monapuddinkje. Het is oneindig veel en toch blijf je doorlezen want Scheepers schrijft het allemaal heerlijk smeuïg op. Ter geruststelling: echt vies is eten maar zelden, hooguit een beetje moeilijk. Toch blijft dat ‘vies’, een lastige kapstok. Want waarom o waarom staan appelmoes, appeltaart, bitterballen, pindakaas, saucijzenbroodjes en de tompouce op een ‘Lijst van lekkere vieze zaken die behouden moeten blijven’? Enfin, maakt niet uit. Als je nog lekker leesvoer zoekt, dan is dit een aanrader.
Recepten staan er niet of nauwelijks in het boek, maar wel deze, van schillenchips. Puik borrelhapje, en nog lekker duurzaam ook!
RECEPT Schillenchips
‘Schaarste stuurde ons op reis op zoek naar voedsel,’ schrijft Klaartje Scheepers in haar boek Lekker vies. ‘Leerde ons koken en conserveren en stimuleerde onze creativiteit en inventiviteit. Maar hoe zit dat met overvloed? Dat maakt onze omgang met eten nonchalant: jaarlijks vernietigen we tonnen goed voedsel.’ En dat terwijl ze in goede restaurantkeukens juist wel weten wat een schat aan smaak er zit in schillen, steeltjes, kontjes en afsnijdsels. Daarom dit doodsimpele recept uit het boek. Lekker bij de borrel, en veel aardappeliger dan chips uit een zak.
Nodig:
aardappelschillen, zoveel als je overhebt
olijfolie
gerookt paprikapoeder (pimentón)
zout
Verwarm de oven voor op 200 °C. Het is veruit het makkelijkst om de schillen van de piepers te wassen en drogen vóór je ze gaat jassen. Hussel ze voorzichtig om met een flinke scheut olijfolie, wat zout en paprikapoeder. Verdeel ze over een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze in de oven in 15-20 minuten goudbruin en knapperig. Hou ze wel in de gaten, ze verbranden snel. Bestrooi eventueel met nog wat zout.
TIP:
Met een dunschiller worden de schillen dunner en daarmee ook knapperiger dan met een aardappelschilmesje.
Dit recept komt zoals gezegd uit het boek Lekker vies van Klaartje Scheepers (uitgeverij Atlas Contact, ISBN 9789045049939, € 24,99).
Deze recensie verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
NIEUW BAKBOEK
Nog heel even geduld, dan is het 16 september, en dan ligt mijn nieuwe bakboek De Zoete Oven overal in de winkel. Wil je ‘m als eerste in huis hebben? Bestel dan hier bij mij een gesigneerd exemplaar, dan ligt het boek op 16 september bij je in de bus.