Een paar jaar geleden heb ik twee jonge vijgenboompjes geplant in mijn Normandische tuin, en sindsdien zit ik ernaast te wachten en te hopen. Vorig jaar kwamen er weliswaar vijgen aan, maar die bleven ieniemienie en werden nooit rijp.
Maar afgelopen zomer had ik voor het eerst grote, rijpe, verse vijgen. Hoezee! In totaal slechts zes stuks, maar toch. Dat geeft hoop voor de toekomst.
Wel heb ik op dit moment wederom vooral veel kleine groene vijgjes die maar niet verder willen rijpen. Het blijven knalgroene, keiharde dingetjes, en daar gaat natuurlijk niks meer aan veranderen. Maar zelfs daar is een oplossing voor, weet ik intussen. Vorig jaar had ik al gezien bij collega Nadia Zerouali dat je ze kunt konfijten, maar om de een of andere onduidelijke reden deed ik iets heel erg verkeerd. Ik kreeg een hele kleverige stroop, ik denk dat ik de boel veel te veel heb laten inkoken. Met een soort keiharde gecarboniseerde vijgen als resultaat.
Dit jaar heb ik het opnieuw geprobeerd, maar nu op een simpelere manier, zonder het inprikken met een speld (gedoe!), nu volgens deze chef. Speciaal voor iedereen die ook zo’n hopeloze vijgenboom heeft in de tuin. En ja, dat inmaken kan dus ook nu nog, in november!
Nodig voor 1 grote (weck)pot:
± 500-600 g onrijpe groene kleine vijgen (of zoveel als je hebt)
500 g suiker
1 liter water
1 grote glazen pot
Snij de steeltjes van de vijgen en was ze heel goed af. Er komt namelijk plakkerig wit vocht uit, dat wil je niet hebben. Doe ze in een pan met ruim koud water, breng aan de kook en wacht tot het borrelt. Laat 1 minuut doorkoken, giet af in een zeef. Herhaal dit 2 keer. Dus weer in de pan met vers koud water en blancheren. Als het goed is, heb je nu alle bitterheid eruit geblancheerd, en zijn ze meteen een stuk zachter geworden.
Doe de vijgen voor de laatste keer terug in de pan, nu met 1 liter koud water en de suiker. Plus als je hebt (voor extra smaak) een paar vijgenbladeren. Breng de hele boel weer aan de kook en laat dan op laag vuur een kwartier sudderen. Zet dan het vuur uit en laat onder een deksel de hele nacht staan in de pan.
Zorg de volgende ochtend voor een brandschone grote glazen (weck)pot, bijvoorbeeld net dampend uit de vaatwasser. Breng de pan met vijgen weer even aan de kook, giet de hete vijgen mét de suikersiroop in de pot, zorg dat ze goed onderstaan. Het vijgenblad mag er ook bij, als er nog plek is, maar weggooien kan ook.
De pot is als het goed is maanden houdbaar, maar zeker na opening wel in de koelkast.
Lekker als afsluiting van de maaltijd met wat (geiten)kaas erbij, en wellicht wat noten. Of ’s ochtends in je ontbijtgranola. Of snij in stukjes en doe door de crumble of in de cake. Of hak ze helemaal fijn tot het een soort compote wordt en smeer die tussen een croissantje of op een geroosterd bammetje. Of verzin lekker zelf wat, heus, die pot komt wel leeg.
NIEUW BAKBOEK
Zin in nog meer zoet? Dan kan ik je mijn nieuwe bakboek De Zoete Oven aanraden (nu al 3e druk!). Met 99 foolproof zoete recepten om gelukkig van te worden. Bestel hier bij mij een gesigneerd exemplaar voor jezelf of voor iemand anders om cadeau te geven.



