Wie de Indonesische keuken zegt, zegt (nee, niet Lonny’s maar) Beb Vuyk. Al veertig jaar geleden schreef zij een ongeëvenaard standaardwerk dat in geen enkele Hollandse keuken zou mogen ontbreken. Ik heb althans een gekoesterd en beduimeld exemplaar waar ik al jaren tot volle tevredenheid mee uit de voeten kan. Maar zojuist verscheen er een geheel herziene negenendertigste editie van het Groot Indonesisch kookboek.
Geen foto’s
Mevrouw Vuyk blijkt al een tijdje geleden overleden en heeft (logischerwijs) niet meer kunnen bijdragen aan deze editie. De nieuwe uitgave is inhoudelijk en qua recepten dan ook gelijk gebleven, wel is het boek in een heel nieuwe jas gestoken wat betreft lay-out en vormgeving. Maar foto’s staan er nog steeds niet in. Wat wel? Meer dan 500 recepten, variërend van zeer eenvoudig tot vrij uitdagend.
Dezelfde ingrediënten
Het bijzondere vind ik dat je met grotendeels dezelfde ingrediënten (altijd maar weer uien, knoflook, sereh, gember, sambal, djinten, laos, ketoembar, trassi en santen) dankzij steeds andere verhoudingen en samenstelling zo totaal verschillende gerechten kunt maken. Het boek is ingedeeld per soort gerecht, beginnend – hoe kan het ook anders – bij rijst, en waarna een uitgebreide tournee volgt langs sambals, sajoers en soepen (denk erom: een sajoer is geen soep!), vlees, vis, kip en eend, tahoe en tempé, atjars et cetera, et cetera.
Magnetron
Geheel nieuw zijn de toevoegingen over werken met de magnetron. “Niet noodzakelijk, maar wel handig en (meestal) tijdbesparend.” Niet alle gerechten lenen zich voor het wonderapparaat, zoals sperziebonen en rundvlees (waarom niet, dat staat er gek genoeg weer niet bij), maar waar mogelijk staat er bij het recept een aparte alinea gewijd aan de magnetronbereiding. Alleen wordt in het boek uitgegaan van een magnetron van 600 watt, wat mij nou weer vooroorlogs lijkt. De meeste magnetrons hebben toch 800-1000 watt?
Grafische patronen
Gebleven is het ‘bemoedigend woord voor de beginners’, de tips voor het samenstellen van het menu en de geschiedenis van de Indonesische keuken in Nederland. De wat onbeholpen zwart-wittekeningen zijn verdwenen, in ruil voor her en der wat versierselen in de vorm van sierlijke lichtroze grafische patronen. Maar de sambal goreng boontjes – mijn persoonlijke favoriet – is met uitzondering van de schrijfwijze van sambal trassi (voorheen: terasi) exact hetzelfde gebleven. Morgen het recept.
Beb Vuyk, Groot Indonesisch kookboek (39e druk), uitgeverij Kosmos, ISBN 9789021545691, € 19,95