Wat kiest een mens voor frietrecept uit het gisteren besproken frietkookboek Alles over Friet? In het boek staan vooral niet-aardappelfrietrecepten, dus het werd er eentje met pastinaak. Eigenlijk wilde ik die met meiraap doen, maar ondanks dat het mei is, had de groenteboer ineens geen meiraap, of meiknol zoals ze ook vaak genoemd werden. Toen werden het de pastinaken op dezelfde pagina, want beide recepten zijn met vijfkruidenpoeder, en dat had ik toevallig wél in huis. Alleen gaat het meiraapfrietrecept uit van roosteren in de oven en het pastinaakfrietrecept van frituren. En daar had ik even geen zin in met een toevallig net schoongepoetste keuken. Maar als meiraapfriet in de oven kan, dan kan pastinaakfriet dat toch ook? Dus ik ben zo vrij geweest om de twee recepten door elkaar te husselen. De aanbevolen druivenpitolie uit het recept had ik dan weer niet, dus dat werd gewone olijfolie.
Nodig voor 4 personen:
5-6 middelgrote pastinaken (of meiraap dus)
scheut olijfolie (of druivenpitolie)
1 theel vijfkruidenpoeder
fleur de sel
peper uit de molen
Oven voorverwarmen op 180 °C. Schil en was de pastinaken. Snij in lange, vrij dikke plakken en daarna in staafjes. Pastinaken zijn schuine wortels, dus dat wordt even sjoemelen want helemaal recht krijg je ze natuurlijk niet. 
Het recept doet ze nu in eerst nog een kom, maar dat vind ik te veel afwas worden, dus ik kieperde ze rechtstreeks op een met bakpapier beklede bakplaat. Olie, vijfkruidenpoeder, peper en zout erover en husselen maar. En vooral goed uitspreiden, anders gaan ze sudderen in plaats van roosteren.
Bak ± 15 minuten in de oven, of (in mijn geval) een stuk langer. Ze moeten hier en daar een geblakerd randje hebben, dan zijn ze het lekkerst.
P.S. Schrik niet van de geur die uit de oven komt. Door het vijfkruidenpoeder lijkt het alsof je speculaas aan het bakken bent. Uiteindelijk komt het in de smaak niet zo heel sterk terug. Verwacht trouwens geen stevige friet, dat gaat niet lukken met pastinaak, het blijven vrij slappe staafjes. ‘Lekker!’ vatte meneer Koken met Karin het zoals altijd treffend kort maar krachtig samen, ‘maar geen friet.’
Dit recept komt zoals gezegd min of meer uit het boek Alles over Friet, lees hier mijn recensie.
