‘Hoe bedenk jij nou recepten?’ is een vaak gestelde vraag. Meestal ontstaan die toevallig, door te kijken wat ik nog heb en dat bij elkaar te voegen. Het niks-weggooien-en-zo-min-mogelijk-boodschappen-hoeven-doen-principe dat ik trouwens heel overzichtelijk uit de doeken heb gedaan in mijn nieuwste kookboek Slim zónder pakjes & zakjes, maar ik ben helemaal niet te beroerd om dat hier met terugkerende regelmaat nog eens extra toe te lichten aan de hand van bijvoorbeeld dit praktijkvoorbeeld van een paar dagen geleden: Kliekjessalade met linzen, biet en yoghurt-tahinsaus.
Tip 1: Je kunt niet alles zomaar bij elkaar mieteren. Stamppot met boerenkool én olijven én kruidenkaas én sardientjes uit blik is geen goed idee. Waarom niet? Ik zou zeggen: proef het eens. Hoe weet je dan wat wél bij elkaar past? Dat is een kwestie van uitproberen en blijven proeven. Het is niet anders.
Tip 2: Begin met kijken wat je in huis heb, wat er het dringendst op moet en ga van daaruit verder denken en rondkijken.
Voorbeeld: ik had nog een handje sperziebonen (ongekookt) en 2 bietjes (gaar, twee dagen ervoor geroosterd in de oven). Dus fluks de sperziebonen even koken in wat water en de bietjes in kleine blokjes snijden. De bietjes waren trouwens niet rood, maar het waren een gele en een roze-witte chioggia. Maar met rode kan het natuurlijk net zo goed. In de keukenkast stond nog een blik linzen (Tip 3: zorg dat je altijd, altijd, altijd bonen in huis hebt), die heb ik even in een zeef omgespoeld onder de kraan. Dan in een schaal met de afgegoten, uitgelekte, nog warme sperziebonen erdoor plus de bietjes (Tip 4: als je bietjes gaat gebruiken die al gaar zijn, haal ze dan liefst op tijd uit de koelkast, op kamertemperatuur zijn ze veel smakelijker dan ijskoud). Meteen ook wat lekkere olijfolie erdoor (Tip 5: je mag best een gewone fles olijfolie hebben voor bakken en braden, als je jezelf ook maar een heel erg lekkere extra vergine-fles gunt als smaakmaker voor salades en bijvoorbeeld sliertjes over de soep . Echt, daar knappen allerhande brave gerechten allemachtig van op!), plus een kneep vers citroensap (Tip 6: altijd citroenen en/of limoenen in huis hebben. Nee, zo’n plastic flesje is géén alternatief, dat smaakt niet naar citrus maar naar conserveermiddel, zó jammer), zout en peper erdoor. Wat peterselie heb ik ook altijd nog wel rondslingeren, maar basilicum, bieslook of koriander kan ook. En dan lekker husselen.
Tenslotte heb ik nog even een sausje gehupst wat ik net geleerd had van Nigella (Tip 7: laat je altijd en overal door iedereen en alles inspireren): wat flinke lepels dikke Turkse yoghurt mengen met een lepel tahin (sesampasta), wat citroensap, een uitgeperste knoflookteen en zout en peper. En dat dan in een vuurvaste kom op een pan met een laagje kokend water zetten en hooguit een minuutje even kloppen met een garde tot het a) minder koud en b) mooi luchtig en volumineus is.
Ten slotte deponeer je de hele boel op borden, strooit er nog wat peterselie over en meteen in één Nigella-moeite door ook wat pul biber, die knalrode friszurige chilivlokken waar ze sinds haar nieuwste boek gek op is. En ik dus ook.
Voilà, daar is je herfstige maaltijdsalade! Vooruit, nog een keer een close-up voor wie z’n lenzen niet in heeft. Daar word je toch vrolijk en eetlustig van? En dus gewoon op basis van spulletjes die je nog had rondslingeren. Dat, lieve mensen, dat is de ware magie van koken. En iedereen kan het!