Op horecagebied hou ik enorm van vergane glorie. Pardon, van oude glorie die helemaal niet vergaan is, maar die juist gekoesterd wordt. En dus niet verkwanseld à la het American Hotel in Amsterdam dat wordt omgebouwd tot Hard Rock hotel, waarbij Jugendstil straks noodgedwongen hand in hand gaan met vitrines vol elektrische gitaren en wandgrote posters van Kiss. Tja.
Nee, dan restaurant Kronenhalle in Zürich. Een instituut sinds 1924. En dat terwijl je er buiten zó voorbij loopt, want de voordeur is hoogst onopvallend.
Binnen kom je terecht in een grote, hoge zaal waar bruin de boventoon voert. De hoge houten lambrisering bied plaats aan een flinke kunstcollectie. Niet eens van arme schilders die hun maaltijd niet konden betalen, maar gewoon van de oprichter. Daarboven, richting het mokkakleurige plafond is een lange rij van geschilderde wapens. Ridderlijk. De jassen kunnen daarentegen weer gewoon aan het rek midden in de zaak, als bij een stationsrestauratie.
Tussen de gesteven tafelkleden zoeft het personeel in het rond. De obers zijn zonder uitzondering 60plussers in witte jasjes. De serveersters dragen zwarte jurken met witte kanten schortjes. Kijk, daar zwiert er net eentje de hoek om, met een karretje en daarop een hele grote zilveren cloche.
Ik vind het nu al leuk.
Ook al blijkt een petieterig glaasje roze champagne 25 Zwitserse frank te kosten (22 euro).
Nee, het is hier niet goedkoop, de hoofdgerechten zijn allemaal rond de 50 frank, maar hee, ze worden wel aan tafel uitgeserveerd vanuit grote zilveren schalen. Ik kies het meest Zwitserse van de kaart, Geschnetzeltes: reepjes kalfsvlees in een romige champignonsaus. Heerlijk. Ook de kalfslever komt in geschnetzelte vorm en blijkt supermals in een fijne jus. Dit is ouderwets goed eten.
Maar het mooiste is de rösti. Ik schreef eerder deze week al over de bergrestaurantlunchvariant met een spiegelei, maar dit is het echte klassieke werk. Het gaat zo gezwierd, dat ik geen tijd heb om een foto te maken van de prachtige grote schaal die op tafel komt, waarna de serveerster er hop, hop, grote scheppen van neemt en op onze borden deponeert.
De lekkerste rösti die ik ooit at. Opvallend is dat de aardappelreepjes vrij dik zijn, eerder dunne frietjes dan rasp. En ultraknapperig. Al na een paar gelukzalige happen komt de serveerster informeren of we misschien nog wat meer rösti willen? Ja hoor. En dan komt er gewoon nog zo’n schaal langs. Echt, alleen al vanwege die rösti moet je hier beslist eens naartoe.
Zelf rösti maken? De echte, grote, zoals in Kronenhalle heb ik niet voor je. Wel een paar leuke varianten:
* Rösti uit de oven met een spiegelei
* Röstirondjes met spek en ui
* Rösti van wortel, pastinaak en aardappel