Op de rand van mijn balkon staat al wekenlang een spreeuw luidruchtig te fluiten en woest te wapperen met de vleugels. Verder rukt hij (of is het een zij? Hoe zie je dat eigenlijk?) graag dode takjes uit mijn troosteloze geraniums, die er niet uitzien alsof ze de winter hebben overleefd. Al moet ik zeggen dat ze er in maart steevast zo bekommerd bij staan, terwijl er dan toch soms ineens een groeispurt volgt die zorgt voor een hele zomer lang bakken vol rode bloemen. Maar zover is het nog lang niet. Het is nog geen lente, laat staan zomer en de bomen achter mijn huis tonen nog geen flintertje groen. Alleen die spreeuw heeft zichtbaar het voorjaar in z’n bol en stort zich vol overgave op de aanstaande gezinsuitbreiding.
Ooit leek het de architect van mijn Amsterdamse nieuwbouwappartementencomplex een goed idee om in de gevel nestgaten aan te brengen voor de gierzwaluw. Ongetwijfeld een goedbedoeld gemeentelijk subsidieproject, alleen haalden de gierzwaluwen er nuffig hun snaveltjes voor op. Spreeuwen daarentegen waren er dolblij mee, die nestelen er sindsdien met veel liefde jaar in jaar uit met al hun kroost. Dat wekte zelfs de belangstelling van groene halsbandparkieten – ook op vogelgebied is de woningnood kennelijk hoog – en die bikten doodleuk net zo lang tot de gaatjes groot genoeg waren om ook hun gezin erin te kunnen parkeren.
Een paar jaar terug, na een renovatiebeurt, bleken de schilders echter ineens alle gaten te hebben afgedekt met metalen plaatjes, want ‘dat zag er netter uit’. Dat lieten de Amsterdamse buurtvogels niet op zich zitten. Ze wrikten met z’n allen net zo lang tot de woninkjes weer beschikbaar waren. Beleef de lente in de praktijk.
Nog heel even, en de ouders vliegen straks weer af en aan met wurmen. Intussen worstel ik zoals elk pril voorjaar met een behoefte aan lichte lentekost, terwijl de primeurs nog op zich laten wachten. Het werd uiteindelijk een groene salade met hoge dooreetfactor, maar dan van winterse boerenkool. Met een glansrol, nee niet voor wurmen, maar voor spekjes.
Recept Boerenkoolsalade
Nodig voor 4 personen:
300 g fijngesneden boerenkool
200 g lekkere spekjes van goede komaf
300 g kerstomaatjes
1 venkelknol
100 g parmezaanse kaas
½ citroen
2 tl dijonmosterd
olijfolie
zout & peper uit de molen
Doe de spekjes met 1-2 lepels olijfolie in een koekenpan en laat op niet al te hoog vuur rustig 10 of zelfs 15 minuten knapperig uitbakken. Doe intussen de boerenkool met een snuf zout en 2 lepels olie in een grote kom en kneed/masseer zeker 5 minuten. Daar wordt de kool zachter en lekkerder van. Maar wie dat te veel gedoe vindt, laat het gerust achterwege. Snij de venkelknol in fijne snippers (of schaaf heel dun met een mandoline). Snij de kerstomaatjes doormidden. Rasp de parmezaan. Maak een vinaigrette van de mosterd, sap van de ½ citroen, 4-5 lepels olijfolie en peper (geen zout). Doe alles bij de boerenkool. Meng op het laatst de nog warme spekjes erdoor, inclusief al het vet uit de pan. Lekker als lunchgerecht, of met een soepje en wat brood erbij een puik hoofdgerecht.
TIP:
Koop vooral spekjes bij de betere slager. Goedkoop supermarktspek zit vol water, dat gaat liggen spetteren in de pan.

(Tja, wat denken jullie, gaat dat nog wat worden, met die geraniums…??)
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
Nieuw boek op komst!
Heb je het al gehoord? Mijn nieuwe vegakookboek verschijnt op 19 april, maar je kunt nu alvast jouw persoonlijk gereserveerde exemplaar bestellen, of (maar dan uiteraard ongesigneerd) bij bol.com.
Wil je NU een boek? Dat kan ook, mijn andere kookboeken zijn uiteraard wél direct leverbaar. Allemaal vol recepten die níet online staan. Koop bij je lokale boekhandel of bestel hier een gesigneerd exemplaar, met een persoonlijke boodschap naar eigen wens.