Nummer twintig is in de maak. Nimmer had ik kunnen denken dat ik ooit kookboeken zou gaan schrijven, laat staan twintig, maar intussen weet ik dat kookboekenschrijver het leukste beroep is van de hele wereld. Heb ik aan gemiddeld één boek per jaar mijn handen al vol, voor de krant (Trouw) moet ik elke wéék iets leveren, ook als het helemaal niet uitkomt. Zoals nu. Ik zit namelijk tot over mijn oren in dat twintigste kookboek.Na maanden van koken, testen, opeten en opschrijven – al een hele onderneming op zich – brak het moment aan om 75 van de in totaal 115 recepten opnieuw te koken voor de foto. Dat gebeurt allemaal bij mij thuis, in twee weken tijd. Een bijkans militaire operatie, maar gelukkig wel eentje waar ik best bedreven in ben geraakt, al zeg ik het zelf. Een kwestie van goed plannen en vooral van hulptroepen inroepen: een fotograaf, een styliste en een hulpkok. Twee weken lang kun je gerust spreken van een invasie.Overal in mijn huis staan borden, schalen, pannen en kleedjes hoog opgestapeld. Tegen de muur leunen tientallen ondergrondplaten in allerlei verschillende kleuren. Er zijn alleen al zes bakken vol bestek. De fotograaf heeft een batterij aan lampen, flitsers en statieven meegenomen. Keuken, woonkamer en balkon staan vol kratten met ingrediënten en in de twee koelkasten kan er geen takje peterselie meer bij. Aan het einde van elke fotografiedag staat mijn eettafel bomvol eten, en komen traditioneel alle buren langs om dat te helpen wegwerken, want weggooien is natuurlijk geen optie.Er moet nog veel gebeuren, het boek ligt pas in september in de winkel, maar de foto’s zijn alvast prachtig geworden. De hulptroepen zijn zojuist weer vertrokken en mijn huis is weer van mij. Alle overgebleven ingrediënten eindigen traditioneel in een grote pan soep, maar met wat kool, vis en een pakje tomatensaus maakte ik ook dit lekker simpele ovenschoteltje. Komt dat even goed uit, zo had ik tenminste ook weer een aflevering voor de krant (en voor op deze site). En dan ga ik nu snel weer verder met opruimen.
RECEPT Visrolletjes in tomatensaus
Nodig voor 2 (!) personen:
250 g witvisfilet (bv. kabeljauw)
1 witte kool (alleen 4 grote bladeren)
½ pakje tomato fritto (350 g)
handje dille
2 cm gemberwortel
2 eetl kappertjes
½ citroen
snuf cayennepeper
zout & peper uit de molen
Oven voorverwarmen op 180 °C. Breng een grote pan water aan de kook. Haal voorzichtig 4 grote koolbladeren los, blancheer ze 5 minuten en laat uitlekken op een schone theedoek. Snij voor makkelijker oprollen de dikke nerf eruit. Zijn de bladeren aan de kleine kant? Neem dan 2 bladeren per rolletje. Snij de vis in kleine blokjes en doe in een kom. Rasp de gember en de schil van de citroen erboven fijn. Voeg uitgelekte kappertjes, fijngehakte dille, zout, peper, een snuf cayennepeper en een kneepje citroensap toe, hussel door elkaar. Verdeel in 4 porties. Leg de koolbladeren plat neer, verdeel de vis erover en vouw zorgvuldig dicht tot rolletjes.
Giet de tomatensaus in een ovenschaaltje. Parkeer de visrolletjes erin, met de naad naar beneden. Dek de schaal goed af met alufolie. Zet 25 minuten in de oven. Garneer voor het serveren met nog wat dille. Lekker met rijst, aardappelpuree of Turks brood.
TIP:
De rest van de kool gooien we natuurlijk niet weg, die is lekker in de coleslaw, soep of wokgerecht.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
KOOKBOEKENTIP
Dat 20e boek waar ik nu mee bezig ben, dat is er pas in september. Nog even geduld dus. Maar die andere 19 kookboeken, die zijn er (bijna allemaal) nog wel natuurlijk. Vol recepten die allemaal níet online staan? Te koop in alle boekwinkels, bij bol.com maar ook persoonlijk gesigneerd via mijn eigen webshop.