Voor een reisverhaal voor de krant ging ik naar Luxemburg en uiteraard was ik benieuwd naar typisch lokale gerechten. Judd mat Gaardebounen, zegt iedereen aan wie ik het vraag. Ik ga ervoor naar specialiteitenrestaurant Um Dierfgen in Luxemburg-Stad. Het blijkt een groot bord tuinbonen en aardappels in een heerlijke jus met bovenop een ferme plak gerookt varkensvlees. Zeer smakelijk, maar best heavy en bovendien nogal winters. Niet zo geschikt als recept voor een zomerzaterdag in de krant. Wäinzoossiss mat Moschterzooss wellicht? vraagt de ober. Worst in mosterdsaus. Beetje gewoontjes. Maar wacht, ik heb ook gehoord over een andere nationale lieveling, Kniddelen, hebben ze die ook? Jazeker, zegt de ober trots, ‘een soort Luxemburgse ravioli’. De klassieke versie is simpelweg met spek en boter, maar hier komt er ook een roomsaus bij. En er blijkt ook een vegetarische variant. Die wil ik allebei wel proberen. Vooraf gewaarschuwd dat de porties in dit restaurant enorm zijn, vraag ik of ik ook van allebei de helft mag bestellen. Dat mag. Vervolgens arriveren er toch doodleuk twee hele grote borden, waarvan de ober desgevraagd met een brede grijns bevestigt dat dit toch heus de kleine portie is.
Kniddelen lijken echter in de verste verte niet op ravioli. Ook niet op gnocchi. Het blijken levensgrote – ongevulde – bonken, à la Knödel, maar dan veel slordiger. En zijn ze nou van binnen niet helemaal gaar? Ik ben eerlijk gezegd niet meteen laaiend enthousiast, hooguit over de roomsaus. De vegetarische versie oogt fleurig dankzij wortel, peultjes en bloemkool, maar is nogal flauw. Je begrijpt meteen weer waarom alles met spekjes acuut lekker wordt.
Thuis probeer ik het na te maken, maar dan wel met zo klein mogelijke deegbonkjes. Ik combineer ze met tuinbonen en doperwten, allebei gemakshalve uit de vriezer. Plus spekjes, uiteraard. Met die worst in mosterdsaus in het achterhoofd, mag er ook een flinke lepel pittige mosterd door de saus. Nog wat munt uit eigen tuin erbij, voor een zonnig accent. Ik weet niet of de Luxemburgers me dit kwalijk gaan nemen, maar wij vonden het heerlijk zomers comfort food.
RECEPT Kniddelen met spek en bonen
Nodig voor 2 personen:
150 g tuinbonen (diepvries of vers gedopt)
150 g doperwten (diepvries of vers gedopt)
100 g spekjes (van de slager)
200 ml slagroom
1 volle eetl dijonmosterd
20 g boter
2 takjes verse munt
Beslag:
250 g bloem
2 grote eieren
125 ml melk
zout & peper uit de molen
Doe tuinbonen/doperwten uit de diepvries eerst in een kom, overgiet met kokend water en laat zo staan. Beslag: Doe de bloem in een grote kom. Klop de eieren los met melk, zout en peper. Giet dit in scheuten bij de bloem, roer met een garde tot een taai, plakkerig beslag. Breng een grote pan water met wat zout aan de kook (nog beter: twee) en laat rustig borrelen. Schep met behulp van twee theelepels steeds kleine stukjes beslag boven de pan en laat ze in het water vallen. Wacht tot ze naar boven komen (let op: soms plakken ze vast aan de bodem) en geef ze dan nog een minuut. Schep eruit met een schuimspaan, bewaar in een schaal. Herhaal tot alle beslag op is. Ik deed het in 4 porties. Smelt de boter in een hapjespan en bak hierin het spek in een paar minuten knapperig. Voeg de Kniddelen en uitgelekte peulvruchten toe en bak een paar minuten tot de Kniddelen een kleurtje krijgen. Voeg de room en mosterd toe, laat even pruttelen en inkoken. Hak de munt fijn en meng erdoor. Proef op zout en peper. Serveer op 2 borden, geef nog een haal met de pepermolen.
TIP:
Hoe kleiner de Kniddelen, hoe lekkerder, en hoe sneller klaar. Snij er gerust eentje doormidden om te kijken of ze echt goed gaar zijn.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
BIJNA! NIEUW BOEK
Nog heel even geduld, op dinsdag 19 september verschijnt mijn gloednieuwe kookboek Wereldgerechten zónder pakjes & zakjes. Bestel hier nu alvast een persoonlijk gesigneerd exemplaar, dan heb je ‘m straks als eerste in huis. Maar reserveren kan natuurlijk ook bij bol.com, Libris, Bruna of gewoon je eigen boekwinkel.