Deze week was ik voor het eerst van mijn leven in dé delicatessenwinkel van Milaan, Peck. Opgericht in 1883 door een Hongaar, Francesco Peck, die vooral ham aan de man bracht. Van een klein winkeltje op steenworp afstand van de beroemde dom van Milaan is het etablissement intussen uitgegroeid tot een luxetempel vol lekkernijen: brood, vlees, kaas, groente, chocola, thee, koffie, olie, wijn, ijs, gebak en een keur aan traiteursmaaltijden. Kwaliteit en Peck zijn synoniemen, zeggen ze zelf in alle bescheidenheid.
Is de winkel zelf al heerlijk om in rond te dwalen, achter de schermen bleek het nog veel leuker. Ik kreeg een rondleiding door de enorme keuken waar alles voor de winkel gemaakt wordt. Meteen al bij binnenkomst valt het fraaie koperwerk op. Daaronder wordt met man en macht inktvis geprepareerd, worden paprika’s geroosterd, staan pannen bouillon op en achterin worden verse, tweekleurige ravioli met de hand gevuld. Die móeten straks mee naar huis!
Er is een aparte ruimte voor chocola, waar twee ketels met het vloeibare bruine goud verleidelijk staan te geuren. De bakkerij ernaast is al opgeruimd: daar beginnen ze immers al ’s ochtends heel vroeg. In de kelder zit de immense slagerij. De pancetta voor de kerst wordt alvast in de kruiden gezet. Er is net een flinke bak gemaakt van de wereldberoemde pesto van Peck. Grote koelcellen hangen vol kalfsvlees (uit Nederland!), worsten, bresaola, koteletten. De aantallen zijn indrukwekkend: per week maken ze 80 kilo ragu (zeg maar: bolognesesaus) en 100 kilo stracotto per week, de gestoofde vleesvulling voor ravioli en tortellini die zo’n 7 à 8 uur moet sudderen. Er gaan per jaar 3000 bresaola’s doorheen en 1600 parmahammen. In de kaaskelder ruikt het ook al zo lekker, inclusief een hele wand vol oude Parmiggiano Reggiano’s uit 2008 die gereserveerd staan voor Japan.
Op de eerste verdieping is het restaurant, waar uiteraard ook alle lekkernijen uit de winkel op het menu staan, al hebben ze hier ook weer een eigen keuken. Na een prachtig assortiment antipasti (vooral de bresaola in het midden, met een ansjovisje erbij is verrukkelijk) volgt de risotto alla milanese, hét lokale gerecht. En van de kliekjes daarvan maken ze dan weer Riso al salto (link voor het recept!): knapperige pannenkoekjes. Heerlijk! En nog geserveerd door een leuke ober ook.
Het vliegtuig wacht, dus nog even heel snel door de winkel rennen voor wat boodschappen. Vanwege die hinderlijke vloeistofbeperkingen valt voor de handbagagereiziger helaas een hoop af. Gelukkig hebben we de ravioli nog! Helaas. De dame achter de balie is onverbiddelijk: de verse pasta mag hooguit 1 uur buiten de koeling, en tot Amsterdam is het nog wel een eindje verder. Ook die met kaasvulling krijg ik niet mee van haar. Uiteindelijk wordt het dan maar een doosje houdbare linguine. En de volgende keer neem ik een koeltasje mee.