Als thuiswerker lunch ik steevast in eigen kantine. Dat heeft legio voordelen, maar ook wel eens nadelen. Zo moet je bijvoorbeeld altijd zelf je lunch verzinnen, er is geen bedrijfsrestaurantmedewerker die dat voor je doet. Ook nooit verrassingen of weekly specials dus. Maar altijd maar weer die eeuwige boterham met kaas gaat vervelen, ook als het (steeds ander) echt lékker brood is met (steeds andere) echt lékkere boerenkaas. En nee, ik ben niet van de low-carb-toestanden, maar soms eet ik per ongeluk ineens iets zonder koolhydraten, puur vanwege de gelukzalige variatie.
Bovendien is variëren op lunchgebied ideaal om van je ouwe rotzooi af te komen, had ik dat al gezegd? Vandaar dit kliekjesrecept van groene omelet.
Kluts in een kom 3 flinke eieren los met een handje geraspte oude kaas, een forse lepel uiteráárd zelfgemaakte pesto (die uit een potje is VIES mensen, echt vies), zout, peper en twee in ringetjes gehakte lente-uitjes, inclusief al het groen. Want het wordt immers een groene omelet.
Verhit een kleine koekenpan op het vuur, laat er dan een klontje boter in smelten. Giet de omeletvulling erin, roer een beetje met een pollepel om de boel weer eerlijk te verdelen, want alle ringetjes lente-ui zijn nu natuurlijk naar één kant geglibberd. Strooi er 25 g zachte geitenkaas over. Dat hoeft niet, maar is a) lekker, ziet er b) leuk uit, van die onduidelijke bonkjes en c) ik had nog een restje in de koelkast waar ik vanaf moest.
Nu met een deksel op de pan (voor het stollen van de bovenkant) 10 minuutjes zacht laten sudderen terwijl je intussen even wat sla omhusselt met olijfolie, kneepje citroensap, wat zout en peper.
En zo opgevouwen met een slaadje bla erbij:
Ik zeg: lunch!