Je moet geen huis kopen in Frankrijk, je moet vrienden hebben met een huis in Frankrijk. Dat roep ik al jaren. Maar ineens wilde ik toch graag een eigen boerderijtje. Een soms hilarische, soms dramatische zoektocht…
Oma is zo te zien nét overleden, de familie is alvast begonnen met het verdelen van de inboedel, alle kasten en lades staan open, overal staan verhuisdozen vol huisraad, er ligt een natte dweil midden in de kamer. Dat is in Frankrijk hét moment om ook meteen even foto’s te maken voor de verkoop van het huis. Nee, ik verzin dit niet.
Je huis opruimen als je het wilt verkopen? Daar doen ze hier kennelijk niet aan. Ook niet aan Funda trouwens, ontdek je als je op zoek gaat naar een Frans vakantiehuis. Online zoeken is de logische eerste stap, maar het huizen- aanbod blijkt oeverloos versnipperd.
Maar wacht even, hoezo huis in Frankrijk? Ja, ik weet het. Jarenlang riep ik om het hardst ‘Je moet geen huis nemen in Frankrijk, je moet vrienden nemen met een huis in Frankrijk’. Tot in mijn Franse kookboek aan toe. Maar ineens sloeg de behoefte toe aan een eigen plekje onder de Franse zon. Of nu ja, waarschijnlijk niet zoveel zon, want ik wilde iets op maximaal vijf uur rijden van Amsterdam, om te pas en te onpas, zonder vliegtuig, naartoe te kunnen. Wel graag in de buurt van zee, voor uitwaaimogelijkheden. Kortom: grofweg ergens tussen Lille en het bovenste stuk van Normandië.
Hangmatopties
Afgelopen november begon de zoektocht. Bewust in de kaalste, natste tijd van het jaar, want als huis en tuin er dan leuk uitzagen, dan was het in de zomer vast helemaal een feest. Uiteraard geen rijtjeshuis of moderne bungalow, maar iets rustieks, zoals een boerderijtje (fermette). Beslist met tuin, voor de moestuinmogelijkheid en hangmatopties. Rustig gelegen, maar idealiter wel met een bakker of supermarkt in de buurt. Beslist geen ‘opknappertje’ (lees: bouwval), hooguit wat schilderwerk, maar comfortabel gerenoveerd, liefst met centrale verwarming, zodat het in alle jaargetijden een toevluchtsoord kan zijn, ook om vanuit te werken. O, en met wifi dus. Tot zover de theorie.
Nu de praktijk. Er zijn wel een paar verzamelwebsites, voor zowel makelaars als particulieren, maar die hebben een hoog speld-in-hooiberg-gehalte. Zoeken via websites van lokale makelaars werkt beter, al blijkt dan dat hetzelfde huis vaak door meerdere makelaars wordt aangeboden, voor verschillende prijzen. En dan zijn er nog de notarissen, die verkopen in Frankrijk ook huizen.
Er zat niets anders op: oeverloos surfen en zoeken. Letterlijk duizenden huizen hebben we online bekeken. Maar een huis moet je natuurlijk in het echt zien. Dus gingen we elke maand even naar Frankrijk, volop rondrijden – is de streek echt zo leuk? – en op huizenbezoek. Een heel gepuzzel om in een paar dagen zoveel mogelijk afspraken in te plannen, met allemaal verschillende makelaars. Nu heb ik Frans gestudeerd en spreek de taal vloeiend, dus ik bloeide helemaal op.
Doodgerenoveerd
En toch, al was de online voorselectie nog zo kritisch, huizen in het echt zijn soms alsnog een complete verrassing. Echt lachen, al die malle-pietje-huizen met klunzig knutselwerk, elke kamer met een ander psychedelisch behangetje tot en met het plafond aan toe. Of juist het andere uiterste: vakkundig doodgerenoveerd, alle charme verdwenen achter stucwandjes, lelijke witte plavuizen en dito plastic kozijnen. Je zou er chagrijnig van kunnen worden, maar waarom zou je? Wij zagen er de humor wel van in en hielden goede moed. “Voor je droomhuis moet je er eerst 25 zien”, sprak een makelaar hoopgevend.
De meest hilarische herinnering is de boerderij pal naast de kerk waar je eerst door een oerwoud moest om de voordeur te vinden. Het pand bleek al acht jaar te koop te staan – iets met lastige erfgenamen – en de makelaar was er zelf ook al drie jaar niet geweest. Op foto’s zag alles er aantrekkelijk uit, in werkelijkheid groeiden de paddestoelen uit de muren. Letterlijk. ‘A rafraîchir’, schouderophaalde de makelaar, even opfrissen.
Ook zoiets: als we al een leuk huis troffen, dan bleek de tuin weer een afknapper. Een kale grasvlakte met een omheining van prikkeldraad, verder niks. Geen bomen, geen struiken, geen heg. Voor ik daar wat leven in gebracht heb, zijn we een decennium verder. Misschien konden we ons beter gaan richten op vakantiehuizen van Engelsen? Die hebben weliswaar tapijt in de badkamer, maar wél rozen en hortensia’s in de tuin.
En zowaar, bij huis nummer 25 was het raak! Een vakantieboerderij van Engelsen. Ruim, rustiek, rozen, rustig gelegen, met heerlijke keuken, grote tuin, en een complete slaapzolder voor logés. Bod geaccepteerd, overname van de meubels afgesproken, contract alvast ontvangen per mail; wat kon er nog misgaan?
Alles.
Drie dagen voordat we in Frankrijk het voorlopig koopcontract zouden tekenen, verkocht de Engelse eigenaar het pand onderhands aan een andere Engelsman. Ook de Franse makelaar was verbijsterd. Maar er viel niets tegen te doen.
Lockdown
Onder het motto ‘als je van een paard afvalt, moet je er zo snel mogelijk weer op’, gingen we na een diepe dip een paar weken later toch maar weer op zoek. Lang verhaal kort: huis nummer 40 was liefde op het eerste gezicht. Een prachtig Normandisch vakwerkhuisje, geheel gerenoveerd. Veel kleiner, zonder slaapzolder, zonder verwarming, zonder wifi, maar wel met prachtig uitzicht en een eigen oprijlaan met bomen. Nota bene van Nederlanders. Dit keer ging het lukken! Alleen, drie dagen voordat we in Frankrijk het voorlopig koopcontract zouden tekenen, barstte de coronacrisis los, met de bijbehorende grand confinement, de lockdown.
Was dit nou een signaal van boven? Doe. Het. Niet. Neem geen huis in Frankrijk, hou het nou toch gewoon bij die vrienden met een huis in Frankrijk! Uiteindelijk mochten we het contract ook tekenen per mail. En toen bleek het een voordeel dat er in Frankrijk altijd drie maanden administratieve rompslomp zijn voordat je bij de notaris de sleutel in ontvangst neemt. Met of zonder corona: het was een kwestie van niks doen en afwachten, maar als het goed is, lig ik zéér binnenkort op een chaise longue met een glas rosé in mijn eigen Franse tuin.
Als het goed is…
Dit artikel verscheen eerder in Trouw (© tekst en foto’s: Karin Luiten/Koken met Karin)
NASCHRIFT: Hoera, het is allemaal gelukt! Intussen ben ik officieel de heuse eigenaar van een huis met tuin in Normandië. Inclusief tien appelbomen, honderd meter bramenstruiken en zelfs een eigen weiland. En nee, ik begin géén bed & breakfast.
INFO: Hoe zoek je zelf naar een vakantiehuis in Frankrijk?
Zoals ik in het artikel al schets: begin bij makelaars. Google op immobilier + plaatsnaam, dan vind je er verschillende. Notaires.fr is ook een goede start, notarissen verkopen in Frankrijk ook huizen, al lijken zij wel vaker sneue winkeldochters in het assortiment te hebben dan echt gewilde leuke huizen. Frankrijk kent geen allesomvattend Funda, maar er zijn wel een paar verzamelsites waar vooral makelaars en soms ook particulieren op adverteren, zoals greenacres.fr en bienici.com (ook met app). Doorgaans kun je overal het gewenste gebied en budget invullen, en als het meezit ook soort huis, gewenst oppervlakte, aantal kamers, et cetera. Let ook op de optie van een alert, dan krijg je een mailtje als er iets volgens je opgegeven criteria op de markt komt. En dan is er ook nog Leboncoin.fr een soort Marktplaats voor particulieren, zonder makelaars, maar dat zijn wel vaak heel treurige huizen. Wel weer een aanrader als je van een beetje humor houdt.
Bel/mail altijd voor meer informatie en meer foto’s. Adressen worden steevast angstvallig geheim gehouden vanwege de concurrentie, maar vraag daar nadrukkelijk naar voor je een bezichtigingsafspraak maakt om via Google Streetview te kunnen kijken hoe het huis er van buiten uit ziet en hoe het precies ligt. Vaak zie je dan meteen al of het wel of niet iets voor je is. Dat scheelt een hoop zinloos heen en weer, en dat is voor een makelaar ook relevant.
Wie zich grondig wil inlezen, kan ik het boek Wonen en kopen in Frankrijk aanraden, bomvol praktische tips over alle juridische en administratieve rompslomp.
Wat je naar mijn idee beter niet kan doen is naar de Second Home Beurs gaan, dat lijkt vooral bedoeld voor mensen die een vakantiehuisje of appartement als beleggingsobject zoeken aan de Spaanse, Zeeuwse of Kroatische costa. Frankrijk is er nauwelijks aanwezig, hooguit twee makelaars, en dan alleen voor Zuid-Frankrijk.
Allez, bonne chance!