Op veler verzoek weer eens een lekker makkelijk eenpersoonsmaaltje. En nog vegan ook. En dat kwam nota bene door een everzwijn in de tuin…
Als Amsterdammer wist ik jarenlang niet beter dan dat je sijsies hebt en drijfsijsies. Maar zowaar, tegenwoordig zit ik in Frankrijk met de verrekijker te speuren naar alle vogeltjes die ronddartelen in mijn tuin. Toegegeven, in de winter help ik de natuur een handje in de vorm van allerhande voederspul, met pindaslingers als grote favoriet. Vooral de vinkjes vliegen af en aan. Grappig om te zien hoe puttertjes weloverwogen zaadje voor zaadje uit de voedersilo oppeuzelen, terwijl koolmezen juist regelrechte rauwdouwers zijn. Die pikken als een dolle, waarbij zeker de helft van het voer op de grond valt. Dat komt de roodborstjes dan weer heel goed uit, want die wagen zich überhaupt niet aan het hangende buffet, die blijven liever op de grond.Leuk hoor, beestjes in de tuin. Van aanwaaikippen tot het hondje van de buurman, van een verdwaalde koe tot een galopperend ontsnapt paard; in mijn Franse dorp gebeurt nooit iets, maar in mijn tuin is het nooit saai.Alleen schrok ik me wel op z’n Mokums het leplazarus toen ik naast de houtstapel, onder een immense conifeer, ineens een everzwijn aantrof. Een grote zwartharige klomp, met indrukwekkende hoeven en dito tanden. Morsdood. En dankzij de vrieskou nog in goede staat. Of nu ja, wel een ziek exemplaar, constateerde de lokale timmerman annex jager, die ik gebeld had om raad en die binnen vijf minuten behulpzaam op de stoep stond. Even later kwam ook de buurvrouw een kijkje nemen, en nog een buur, en nog een buur. Het werd zowaar een opstootje, en nog gezellig ook. Waarom een everzwijn, met een bos om de hoek, uitgerekend in mijn tuin was gaan liggen, wist niemand. Niet geschikt om op te eten, zei de timmerman, maar hij nam de naar schatting 120 kilo dood beest gelukkig wel mee in zijn busje.
Jammer voor de Obelixen onder u, maar vandaag dus geen recept voor stoofpot met wild zwijn. Liever een eenpersoonsmaaltje met pinda’s, voordat alle Franse sijsies ze hebben verorberd.
RECEPT Noedelsalade met pinda’s
Voor 1 (!) persoon:
50 g (brede) rijstnoedels (mie)
100 g winterpeen
100 g witte kool
100 g komkommer
2 lente-ui
30 g pinda’s
1 volle eetl sesamzaad
plantaardige olie
Saus:
40 g pindakaas (2 kleine eetl)
1 eetl sriracha
1 eetl sojasaus
1 eetl gembersiroop
sap van ½ limoen
snuf zout
Rooster de pinda’s met het sesamzaad al omscheppend goudbruin in een hapjespan met een drupje olie. Hou apart. Snij de winterpeen en kool in reepjes en roerbak in dezelfde pan in wat olie in een minuut of 8 beetgaar. Snij de komkommer in reepjes, de lente-ui in ringetjes. Kook de noedels gaar volgens de verpakking. Giet af in een zeef.
Roer alle sausingrediënten tot een glad geheel. Meng door de pan, inclusief de komkommer en lente-ui. Proef! Schep in een kom, bestrooi met de sesampinda’s. Garneer met nog wat extra sriracha.
TIP:
Kan met elke soort noedels die u lekker vindt of in huis hebt. Vervang de sriracha eventueel door sambal, de pinda’s door seroendeng.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
WERELDGERECHTEN
Nu al derde druk, mijn gloednieuwe kookboek Wereldgerechten zónder pakjes & zakjes. Te koop bij Libris, Bruna of bol.com, of bestel hier een door mij persoonlijk gesigneerd exemplaar.