Mijn favoriete gerecht? Die vraag krijg ik vaak. Lastig, want ik hou van variatie. Dat is nu juist de onnoemelijke lol van koken en eten, dat het elk moment, elke dag, elk seizoen weer anders is. Maar er is één gerecht waar ik altijd op terug val als ik geen zin of puf heb om te koken, als ik geen inspiratie heb maar wel trek. De ingrediënten heb ik altijd in huis: spaghetti, eieren, spek en parmezaan. Dan hebben we het natuurlijk over spaghetti carbonara.
Complete veldslagen zijn gevoerd over wel of geen scheutje room. Het hoort niet, en technisch gezien is het ook niet nodig, maar stiekem vind ik het wel nét een vleugje lekkerder. Maar een nog veel heikelere kwestie is natuurlijk dat spek. Minderen met vlees, ik doe het fluitend, alleen wel lastig dat ik graag te pas en te onpas ergens een handje spekjes doorheen gooi. Alles fleurt ervan op. De bolognesesaus, de stamppot, de salade, de pan vol stoofvlees, de braaf gekookte groente, de gebakken champignons.
Dan heb ik het wel over lékkere spekjes natuurlijk, niet die waterige dingen van de supermarkt die in de pan al snel liggen te dobberen in een plens vocht. Nee, ik bedoel fatsoenlijk spul van een echte slager. Een wereld van verschil, helemaal als u een keer de hand weet te leggen op Livar-spekjes.
Maar goed, toen begon ik aan een vegetarisch kookboek, en een handje spekjes was uit den boze. Nee, ook niet als verbetersuggestie onderaan een groenterecept. Toevallig begon de vormgeefster van mijn boek over een veganistische spaghetti die ze had gemaakt, met een romige saus van bloemkool. Plus vegetarische spekjes en vegan kaas. Ik ben geen fan van dat soort industriëel knutselvoer, en vegan kaas vind ik helemaal erg. Een soort eetbaar plastic.
Dus ik deed het toch maar gewoon met parmezaan. De bloemkool ging half door de saus, maar ook in de oven, samen met wat noten, voor een knapperig accent. Een vleug miso – magisch spul – maakt het lekker hartig. Beslist geen echte carbonara, maar bij ons thuis werden de spekjes nu eens eindelijk niet gemist.
RECEPT Bloemkoolcarbonara
Nodig voor 4 personen:
400 g spaghetti
1 grote bloemkool (± 800 g)
100 g hazelnoten
100 g geraspte parmezaan of oude kaas
3 knoflooktenen
2 el witte miso (50 g)
2 el olijfolie
chilivlokken (molentje)
zout & peper uit de molen
Oven voorverwarmen op 200 °C.
Snij 2/3 van de bloemkool in piepkleine roosjes. Hussel om met peper, zout en olijfolie. Leg op een bakplaat, samen met de hele knoflooktenen (in hun jasje), en rooster ±10 minuten in de oven tot ze beginnen te kleuren. Hak intussen de hazelnoten grof, hussel door de bloemkool en zet nog 5 minuten terug in de oven. Breng een flinke pan met water en zout aan de kook. Verdeel de resterende 1/3 van de bloemkool in gewoon formaat roosjes, de stronk (nee, niet weggooien!) mag in stukjes. Kook goed gaar in ± 7-8 min en schep eruit met een schuimspaan. Kook nu de spaghetti in dezelfde pan.
Saus: Pureer de gaargekookte bloemkool samen met de kaas, miso plus royaal peper en chilivlokken glad met behulp van een scheut kookwater. Wip de knoflook uit hun jasjes en pureer mee.
Laatste moment: Giet de spaghetti af, doe terug in de warme pan en meng met de bloemkoolsaus plus geroosterde bloemkool en noten. Smeuïger? Scheut kookwater. Verdeel over 4 borden en serveer meteen.
TIPS:
• Extra romig? Roer 2 grote, losgeklopte eieren door de spaghetti met bloemkoolsaus en laat met deksel op de pan 1 minuut staan.
• Klassieke carbonara? Zie hier mijn recept (met scheutje room) en het originele Italiaanse recept van restaurant Roberto’s. Of ga freestylen met extra groente, dan krijg je groene carbonara.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
Mijn nieuwe Vega kookboek is wegens groot succes tijdelijk uitverkocht! Op 24 juni verschijnt de tweede druk. Of probeer nog een allerlaatste exemplaar van de eerste druk te scoren bij je eigen boekwinkel of bij bol.com.