Ik had gisteren nog een recept beloofd van sardinekoekjes, maar dat slaat eigenlijk nergens op, want het mengsel is te vochtig om eerst met de hand in koekjesvorm te manoeuvreren, dat lukt niet. Het zijn meer een soort Drie in de pan, maar dat woord combineert zo lastig met sardientjes (Drie-in-de-pansardientjes? Sardientjes-drie-in-de-pan?) en het Engelse ‘fritters’ is weliswaar accuraat, maar vind ik zo’n lelijke term.
Enfin, wie een goeie benaming weet, mag het zeggen.
Allerlei soorten vis (vers, diepvries dan wel blik) lenen zich uitstekend tot koekjesverwerking, zelfs die krab van gisteren, dus waarom een overjarig blikje sardientje dan niet ook? Giet 1 (klein) blikje sardientjes af, prak fijn in een kom (even die ruggengraatjes eruit vissen). Meng met een losgeklopt ei, een lepel maïzena, wat gehakte peterselie en verder wat je nog maar in huis hebt. In mijn geval een zielig kliekje geroosterde ovengroenten. Dit alles oppeppen met een kneepje citroensap, wat zout en een zwaai van de zwarte-pepermolen en dan husselen maar. Het is een vrij nat mengsel, maar dat is niet erg. Een scheut olie verhitten in een grote koekenpan en dan 3 à 4 bergjes erin deponeren. Paar minuutjes bakken, halverwege omdraaien. Serveren met partjes citroen om over uit te knijpen, heerlijk.